Boekbespreking
Het starten van behandeling met antipsychotica door de huisarts. Een patiënt-controleonderzoek
G. Boonstra, E. Hak, D.E. Grobbee, R.S. Kahn, H.
Burger
p-18
achtergrond Hoewel een substantieel deel van antipsychotische medicatie door de huisarts wordt voorgeschreven is het grotendeels onbekend wat maakt dat de huisarts deze medicatie opstart. doel De relatie onderzoeken van tevoren gedefinieerde, goedgekeurde of off-label, gronden voor antipsychotische behandeling en het initiëren van deze behandeling door de huisarts. methode In een patiënt-controleonderzoek in de huisartsenpraktijken werden uit een elektronische database 723 patiënten geselecteerd met een nieuw recept voor antipsychotica en 3.615 controlepersonen, in de periode van 2000 tot 2004. Met logistische regressie werd de associatie tussen de nieuw geïnitieerde antipsychotische behandeling en zes groepen met icpc-codes (International Classification of Primary Care) bestudeerd: 'psychose', 'depressie en angst', 'slaapstoornissen', 'acute stress en overspannenheid', 'dementie' en 'somatische indicaties'.
resultaten De incidentie van het starten met een behandeling met antipsychotica was 1,28 per 1.000 personen/jaar. Registratie van een icpc-code in elke groep was significant gerelateerd met antipsychotische behandeling. Huisartsen registreerden in 50% van de gevallen geen icpc-code. In 90% van de voorschriften betrof het typische antipsychotica. Het aandeel atypische antipsychotica verdriedubbelde bijna tijdens de onderzoeksperiode.
conclusie De resultaten suggereren dat huisartsen antipsychotica deels buiten het goedgekeurde indicatiegebied voorschrijven en vaak verzuimen een diagnose in te voeren. De huisarts schrijft meestal typische, maar steeds vaker atypische antipsychotica voor.