Boekbespreking
Familicide: the killing of spouse and children
M. Liem, F. Koenraadt
p-15
Doding in gezinsverband kan worden beschouwd als de uitkomst van enigerlei conflict aan het einde van een continuüm van huiselijk geweld. De meest voorkomende vorm van dodingen in gezinsverband betreffen het doden van de partner en het doden van de kinderen. Wanneer deze twee dodingen in één daad plaatsvinden in een zogenaamde familicide, roept dit verbijsterde gevoelens van ongeloof, machteloosheid maar ook onbegrip op. Hoewel een dergelijk misdrijf in de afgelopen jaren in Nederland vijf tot zes keer per jaar voorkwam, ontbreekt empirisch en theoretisch onderzoek naar deze dadergroep. In dit onderzoek worden de demografische en psychopathologische karakteristieken beschreven van diegenen die verdacht zijn van het plegen van familicide. Er wordt getracht antwoord te vinden op de vraag in hoeverre deze daders verschillen van, dan wel overeenkomen met, daders van kinderdoding en partnerdoding: met betrekking tot hun basiskarakteristieken, maar ook met betrekking tot signalen die aan de dodingen vooraf zijn gegaan. De data voor deze posterpresentatie zijn afkomstig uit het Pieter Baan Centrum, de psychiatrische observatiekliniek in Utrecht. De totale studiepopulatie omvat twintig zaken van familicide, vierhonderd zaken van partnerdoding en honderdvijftig gevallen waarin sprake was van kinderdoding.