Boekbespreking
Remissie versus respons bij patiënten met schizofrenie
J.C. Eschauzier, S. Tuinier, W.M.A. Verhoeven,
F.M.M.A. Van Der Heijden
p-32
achtergrond Effectmetingen van antipsychotica bij patiënten met een schizofrene psychose worden meestal gedaan aan de hand van een tevoren vastgesteld percentage symptoomreductie op de Brief Psychiatric Rating Scale (bprs) of de Clinical Global Impression Scale (cgi). Recent werd door Andreasen e.a. voorgesteld een vast criterium voor remissie bij schizofrenie te hanteren, afgeleid van acht items uit de panss die drie dimensies omvatten: psychoticisme, desorganisatie en negatieve symptomen. Van een remissie is sprake indien op alle acht items een score is bereikt van ten hoogste drie gedurende een halfjaar. methode Volgens een standaardprotocol werden 68 patiënten die voldeden aan de dsmcriteria voor schizofrenie, behandeld met een atypisch antipsychoticum. Effectmetingen werden periodiek verricht met behulp van de Positive and Negative Syndrome Scale (panss), de bprs en de cgi. De laatste metingen na 14 weken. Het bprsresponscriterium werd vergeleken met de (symptomatische) remissiecriteria zoals geformuleerd door Andreasen e.a.
resultaten Van de 68 patiënten bereikte 31% het remissiecriterium. Aan het responscriterium van 30% of 40% reductie op de bprs voldeden respectievelijk 40% en 24%. Er bleek een aanzienlijke overlap te bestaan tussen responders volgens de bprs en patiënten met een remissie.
conclusie De meerwaarde van het remissiecriterium is zonder externe validering (effect op cognitief en psychosociaal functioneren) vooralsnog onduidelijk.