Boekbespreking
Vrouwen, oestrogeen en psychose; huidige theorieën
M.A.M. Boerma
op-169
In de dagelijkse praktijk krijgen vrouwen met schizofrenie regelmatig de diagnose persoonlijkheidsstoornis, depressie of posttraumatische stressstoornis, van waaruit behandelaars de wanen en hallucinaties proberen te verklaren waaraan hun vrouwelijke patiënten lijden. Vaak wordt de diagnose schizofrenie verworpen omdat er niet duidelijk sprake is van negatieve symptomen of van een ernstige verslechtering van het algemeen functioneren. Het beloop van deze ziekte kan bij vrouwen echter heel anders zijn dan bij mannen. De eerste psychose ontstaat gemiddeld op latere leeftijd, het premorbide functioneren is vaak beter, en het beloop vaak minder ernstig. Bij mannen is er vaker sprake van negatieve symptomen, cognitieve stoornissen en sociale isolatie, terwijl vrouwen vaker affectieve symptomen hebben.
Hoewel de verklaring voor de genderverschillen waarschijnlijk multifactorieel is bepaald, is in de afgelopen tijd steeds duidelijker geworden dat hormonen hier een belangrijke rol bij kunnen spelen. De oestrogeenhypothese stelt dat vrouwen door oestrogeen beschermd worden tegen een vroeg begin en een ernstig beloop van de ziekte.
Deze lezing beschrijft het resultaat van een literatuuronderzoek naar de huidige theorieën over de mogelijk beschermende werking van oestrogeen ten aanzien van psychotische stoornissen.