Boekbespreking
Toerekeningsvatbaarheid bij verslaving en persoonlijkheidstoornissen
E.P.K. Sikkens
d-150
In de praktijk van het rapporteren in strafzaken beantwoordt de psychiater de vraag naar de toerekeningsvatbaarheid. Tijdens het voorjaarscongres 2006 is door de auteurs stilgestaan bij wat het begrip toerekeningsvatbaarheid inhoudt en in hoeverre het een voor de psychiater bruikbaar begrip is. Als conclusie kwam naar voren dat adviseren over de toerekeningsvatbaarheid een essentieel onderdeel vormt van het rapporteren, maar dat het begrip moeilijk te hanteren is met beperkte consensus over de invulling. De discussiegroep krijgt dit jaar een vervolg, gericht op de toerekeningsvatbaarheid bij twee diagnostische categorieën: verslavingsziekten en persoonlijkheidsstoornissen. Over de invulling van toerekeningsvatbaarheid en daarmee de bruikbaarheid ervan bij as-I-stoornissen, zoals schizofrenie, bestaat redelijke overeenstemming. Over de doorwerking van verslavingsziekten en persoonlijkheidsstoornissen in delictgedrag is toenemend discussie, die wordt aangewakkerd door de kennis over genetische factoren in de etiologie van deze stoornissen. Het Wetboek van Strafrecht stelt dat delictgedrag gerelateerd aan een verslaving verwijtbaar is. Bij psychiaters (én rechters) wordt over de toerekeningsvatbaarheid bij mensen met een (antisociale) persoonlijkheidsstoornis en/of verslavingsziekten toenemend verschillend gedacht. In deze discussiegroep wordt de huidige stand van de wetenschap rond de etiologie van deze stoornissen op een rij gezet en de discussie over de doorwerking van deze stoornissen bij strafbare feiten voortgezet.