Boekbespreking
Gedragsmanifestaties van de antisociale persoonlijkheidsstoornis op latere leeftijd: een kwalitatief onderzoek
P.E.P. Nijhuis, T.I. Oei, S. Van Alphen
s-10
doel Een beeld schetsen van ouderen (> 65 jaar) met een antisociale persoonlijkheidsstoornis (asp). methode Aan 69 Nederlandse forensisch psychiaters en forensisch psychologen werd een enquête voorgelegd met vragen over de toepasbaarheid van de huidige dsm-criteria voor de asp, specifieke delicten en over de concepten 'heterotypische continuïteit' en 'narijping'. Dit alles in relatie tot oudere delinquenten.
resultaten Slechts drie dsm-iv-tr-criteria lijken voldoende toepasbaar op ouderen. Voor ouderen typerende gedragingen zijn: empathie, externaliseren, egocentrisch gedrag en liegen/bedriegen. Heterotypische continuïteit lijkt goed toepasbaar op ouderen. Van narijping daarentegen lijkt zelden sprake te zijn bij ouderen met een asp. Zedendelicten, fraude en mishandeling komen het meest frequent voor bij oudere delinquenten.
conclusie Bij ouderen met een asp lijkt sprake te zijn van andere gedragsmanifestaties dan bij (jong) volwassenen waardoor de huidige dsm-iv-tr-criteria grotendeels niet toereikend zijn. De dsm-criteria zouden aangevuld moeten worden met een geriatrische subclassificatie.