Boekbespreking
Resultaten van ggz-hulp na de ramp: onderzoek naar herstel bij getroffenen
E.O. Noorthoorn, H.A. De Haan, W.A.H.J. Van
Stiphout, J.M. Havenaar
s-9
achtergrond Dit onderzoek beschrijft de rampgerelateerde problematiek waarvoor mensen zich in Enschede bij de ggz meldden en het resultaat van een voor getroffenen ontwikkeld behandelprotocol. doel Het onderzoeken van drie vragen: Hoeveel mensen meldden zich met welke klachten? Wat is het resultaat van hulpverlening? Wat zijn determinanten van herstel? methode Klachten, diagnosen en herstel zijn verzameld uit medische dossiers. Bij een deel van de populatie is herstel gemeten met het Composite International Diagnostic Interview (cidi) (dsm-/icd-classificatie), de Schokverwerkingslijst (svl), de Self-Rating Scale for Post-traumatic Stress Disorder (ptss-srs), de Symptom Checklist-90 (scl- 90), de rand-36 en de Lancashire Quality of Life Profile (lqlp). Met lineaire regressie werd berekend welke persoonskenmerken en ervaringen tijdens en na de ramp herstel bepalen.
resultaat Bij 56% (n = 294 van n = 524) werd klinisch herstel vastgesteld. Herstel op de vragenlijsten (n = 271) varieerde tussen 15% (ptss-srs), 25-40% (rand-36 en lqlp) en 45% (andere vragenlijsten). De presentatie gaat in op het verband tussen determinanten en herstel.
conclusie Dit is een eerste systematische evaluatie van de problematiek waarmee een ggz te maken krijgt na een ramp van enige omvang, zoals de vuurwerkramp. Het aantal aanmeldingen was lager dan verwacht, minder dan verwacht betrof het ptss-klachten. Het functioneren op symptoomniveaus herstelt beter dan sociaal functioneren. Een ongunstig beloop hangt meer samen met persoonskenmerken dan met de ervaringen tijdens de ramp.