Boekbespreking
Het foutendetectiesysteem bij de obsessieve compulsieve stoornis: afwijkingen in het monitoren van gedrag?
M.M. Nielen, S. Nieuwenhuis, N. Mol, G. Hajcak,
D.J. Veltman
s-4
Beeldvormend onderzoek geeft aan dat de obsessieve compulsieve stoornis (ocs) gepaard gaat met een hyperactiviteit in onder andere de anterieure cingulaire schors (acc). Het is vooralsnog niet bekend wat deze neuronale afwijking in de acc nu betekent voor de pathogenese van ocs. De laatste jaren wordt gesuggereerd dat zij staat voor een afwijking in het cognitieve systeem dat zich bezighoudt met het monitoren van gedrag ('performancemonitoring'). Meer in het bijzonder zouden deze patiënten in excessieve mate interne foutsignalen aanmaken, die op hun beurt leiden tot de kenmerkende symptomen van ocs. In een experiment is de werking van dit foutendetectiesysteem onderzocht. Gemeten werd het electrofysiologische correlaat van performance monitoring, namelijk de 'error- related negativity' (ern). De hypothese was dat patiënten met ocs een vergrote ern zouden vertonen na het maken van fouten en bij het ontvangen van negatieve feedback. De resultaten lieten zien dat patiënten met ocs (n = 16) en gezonde vrijwilligers (n = 16) niet verschilden in de grootte van de ern. De discrepantie tussen deze resultaten en die in de literatuur worden besproken.