Hulpgids Dyslexie. Een nieuw en volledig, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd programma om leesproblemen te overwinnen (R. van de Weijer, S. Wagenaar & R. Boissevain, Vert.)
Dyslexie is een van de meest welomschreven en bestudeerde leerstoornissen in Nederland. Ondanks de bekendheid die deze leerstoornis geniet, laat de onderkenning van dyslexie vaak nog te wensen over. In deze Hulpgids Dyslexie geeft Shaywitz een uitvoerige beschrijving van de verklaring, onderkenning en het remediëren van dyslexie op basis van haar jarenlange wetenschappelijke carrière en ervaringen met ouders en kinderen in Amerika. Met behulp van een door haarzelf ontwikkeld wetenschappelijk model, geeft zij adviezen voor ouders voor herkenning, schoolkeuze en begeleiding op sociaal en emotioneel gebied. Op dit punt slaagt Shaywitz er dan ook in te voldoen aan de verwachtingen van de lezer die de hulpgids raadpleegt. Het geeft handvatten voor als je als ouder, leerkracht of hulpverlener geconfronteerd wordt met een kind bij wie het leesproces onvoldoende op gang komt. Helaas is de vaak letterlijke vertaling van dit Amerikaanse relaas op veel punten ondoorgrondelijk en doorspekt met ingewikkelde formuleringen, waardoor je als lezer vaak op een verkeerd spoor wordt gezet. Wat ook verwarrend is, is dat je als lezer op verschillende niveaus wordt aangesproken. Interessant is het hoofdstuk waarin het neurologische substraat aan de orde komt en Shaywitz met illustraties de wetenschappelijke benadering schetst. Hierbij dringt wel direct de vraag op in hoeverre dit ook voor ouders te volgen is. Hoewel de vertalers zich hier en daar hebben laten verleiden een stukje over de situatie in Nederland te schetsen, worden we als lezer slecht summier geinformeerd over afspraken en regelgeving rondom dyslexie. Juist op dit punt verwacht je dat een hulpgids een leidraad is. Het boek vormt een eerste aanzet tot een praktische hulpgids, maar al met al blijft de lezer achter met een grote hoeveelheid losse kennis op basis waarvan hij moeilijk zelf kan beslissen welk traject voor een dyslectisch kind ook daadwerkelijk zinvol is.
R. Dernison, J.P.M. Vieijra