Cognitive-Behavioral Therapy for Bipolar Disorder (2de druk)
De eerste druk van dit boek verscheen in 1996, en beschreef stap voor stap een protocollaire gedragstherapeutische behandeling van twintig sessies (die in de tweede druk als appendix is opgenomen). In de huidige druk is deze opbouw achterwege gelaten en worden verschillende types van interventies beschreven die door elkaar gebruikt kunnen worden, afhankelijk van het stadium (recente diagnose, ervaren maar niet stabiel, stabiel) waarin de patiënt zich bevindt. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met enkele belangrijke punten voor de therapeut én met enkele belangrijke punten die met patiënten besproken moeten worden. Doel van cognitieve gedragstherapie bij de bipolaire stoornis is het voorkomen van terugval en het omgaan met de (rest)symptomen van de aandoening. Ondanks het feit dat, zoals dat meestal het geval is bij cognitieve gedragstherapie voor de bipolaire stoornis, maar liefst 7 van de 20 sessies in het bijgevoegde protocol psycho-educatie en therapietrouw behandelen, krijgt psycho-educatie in het boek weinig aandacht en lijken de auteurs ervan uit te gaan dat psycho-educatie uitsluitend werkzaam is via het verhogen van therapietrouw. Het verhogen van therapietrouw door middel van compliance contracts komt wel uitgebreid aan bod. Ook aan het vroegtijdig herkennen van alarmsignalen en het hierop adequaat reageren wordt een hoofdstuk gewijd. Hiervoor zijn handige werkinstrumenten in het boek voorhanden, zoals de Symptom Summary Worksheet waarop de eigen alarmsymptomen worden bijgehouden en gemeld aan hulpverlener en omgeving. Een groot deel van het boek behandelt gedragstherapeutische technieken om gedragssymptomen van manie (slaapdeprivatie, overstimulering) en depressie (bv. vermijden van positieve stimuli en zich te veel blootstellen aan negatieve stimuli) tegen te gaan en óm te buigen naar 'antimanisch' en 'antidepressief' gedrag. Ten slotte worden ook technieken beschreven om cognitieve distorsies (zwartkijken, zwart-witdenken, zelfmoordgedachten, grootheidsgedachten, het negeren van risico's) te corrigeren. Deze tweede druk wint aan leesbaarheid en aan effectiveness door het loslaten van een behandelprotocol met een vast aantal sessies. Bovendien merken de auteurs nadrukkelijk op dat cognitieve therapie slechts zinvol kan zijn als patiënten aanvaarden dat ze een chronische aandoening hebben. Het succes van psychotherapie hangt dus voor een even belangrijk deel af van de timing, als van het gebruik van zinvolle therapeutische technieken. Ook het belang van de therapeutische relatie wordt benadrukt. Patiënten moeten zich comfortabel voelen om aan te geven dat het minder goed gaat; de therapeut moet zich comfortabel voelen om eerlijke feedback te geven wanneer hij bijvoorbeeld merkt dat alarmsignalen worden genegeerd. Dit boek is een aanrader voor iedereen die met mensen met een bipolaire stoornis werkt. Het is een werkboek dat het verdient beduimeld te worden.
P. Sienaert