Evidence-Based Mental Health Practice. A Textbook
In de psychiatrische literatuur worden patiënten met de meest ernstige psychiatrische aandoeningen soms beschouwd als een aparte categorie. In het Engelse spraakgebruik worden deze aandoeningen aangeduid met de term serious mental illness (smi). Een eenduidige definitie van deze smi is moeilijk te geven. Het gaat in ieder geval om de psychiatrische aandoeningen die gepaard gaan met een diepgaande verstoring van het dagelijks functioneren. Meestal zijn het psychosen, vaak met de diagnose schizofrenie of schizoaffectieve stoornis. Minder vaak kunnen ook patiënten met een bipolaire stoornis of een depressieve stoornis tot deze groep behoren. Volgens epidemiologische schattingen zou 2-3% van de bevolking lijden aan smi. In de zorg voor patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening zitten wij in de psychiatrie gevangen tussen twee vuren. Aan de ene kant brandt het vuur van de verstikkende en paternalistische behandeling in de gesloten instituten, met het syndroom van de hospitalisering, de regressie, de indolentie en de afstomping. Aan deandere kant brandt het vuur van de patiënt die zonder behandeling aan zijn lot overgelaten in de samenleving verkommert. Sinds de 50-er jaren van de vorige eeuw heerst wereldwijd de opvatting dat de grote gestichten uit het verleden leeg moeten. In 1956 verbleven in New Jersey 22.000 personen in het staats psychiatrisch ziekenhuis. Ondanks de aanzienlijke bevolkingsgroei was dit aantal in 1994 gedaald tot 3400. Parallel aan de wereldwijde deïnstitutionalisering is de psychiatrische zorg de wijken ingetrokken. Elk land heeft zijn eigen ontwikkeling doorgemaakt om de zorg direct in de samenleving vorm te geven. Er blijft echter grote onduidelijkheid over de meest effectieve vorm voor deze zorg. Opvattingen zijn talrijk, maar wetenschappelijke evidentie is schaars. Daar waar de zorg faalt drijven de meest kwetsbare patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening naar de zelfkant van de samenleving. In Evidence-based mental health practice belijden de auteurs de noodzaak van het toepassen van empirisch onderbouwde methodieken op de zorg voor patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening. De drie redacteuren zijn verbonden aan het New Hampshire-Dartmouth Psychiatric Research Center. Dit instituut coördineert het grootste evidence-based practice-project in de Amerikaanse geestelijke gezondheidszorg. Het boek kan gelezen worden als een uitgebreide toelichting bij dit initiatief. In 19 hoofdstukken verdeeld over 4 secties geven 34 auteurs hun visie op achtergronden van het probleem, de principes van evidence-based medicine (ebm), de problemen bij het implementeren en de 6 praktijken die volgens de auteurs te kwalificeren zijn als evidence-based: assertive community treatment, geïntegreerde behandeling van dubbeldiagnosen, ondersteuning bij arbeid, ziektemanagement, familieondersteuning en medicatie. De geïnteresseerde lezer kan de methodieken terugvinden op de website die door het instituut wordt onderhouden (http://wwwinstituutmentalhealthpractices.org). De titel van het boek belooft meer dan door de inhoud wordt waargemaakt. Wie meer wil weten over ebm vindt hier 300 pagina's inleiding overeerste principes en over het organiseren van zorg, maar ondanks de lengte van de tekst blijft de bespreking oppervlakkig. Wie geïnteresseerd is in de toepassing van ebm in de psychiatrische praktijk vindt een eenzijdige focus op de assertive community treatment en andere methodieken die gebruikt worden bij de patiëntengroepen met de meest ernstige psychiatrische aandoeningen. De behandeling van angststoornissen bijvoorbeeld, die toch zeer goed wetenschappelijk onderbouwd is, ligt ver buiten de scope van het boek. Wie de titel leest als Evidence-based practice in community psychiatry en wie op zoek is naar een Amerikaanse introductietekst komt met dit boek goed uit.
A.M. van Hemert