Psychiatry (3de druk). In de reeks Oxford Core Texts
De eigenwijsheid van de Engelsman wordt in de derde druk van het leerboek psychiatrie voor de artsenopleiding van Gelder, Mayou en Geddes gecombineerd met een zeer goede inhoudelijke kwaliteit. In dit boek komt de hele psychiatrie, zoals wij die destijds ook geleerd hebben, helder en duidelijk aan bod: psychiatrisch onderzoek, diagnostiek, differentiële diagnostiek, epidemiologie, etiologie en behandeling. Een groot probleempunt is de eigenzinnige wijze waarop het leerboek indelingen hanteert die niet overeenkomen met die van het in Nederland en Vlaanderen gebruikte dsm-iv-systeem. Bij deindeling van de persoonlijkheidsstoornissen bijvoorbeeld wordt in plaats van de clusterindeling van het dsm-iv-systeem een Engelse indeling gemaakt: de persoonlijkheidsstoornissen van hun Engelse 'groep A', komen globaal overeen met cluster C van het dsm-systeem; hun 'groep B' lijkt sterk op cluster A van de dsm-iv; 'groep C' is analoog aan cluster B, met uitzondering van de antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze laatste aandoening wordt door de Engelsen in een aparte groep, 'groep D' ondergebracht. De Engelse indeling heeft geen meerwaarde en lijkt vooral ingegeven door het 'gewoon anders' te willen doen, of liever: 'gewoon Engels'. Deze derde druk is zeer grondig gereviseerd. Allereerst is een nieuwe kaft ontworpen met een abstracte afbeelding van structuren die een neuronaal netwerk voorstellen. Het is duidelijk dat de boodschap is dat psychiatrie tot de neurowetenschappen behoort en dat dit boek de student daarin zal gaan inwijden. Het boek maakt deze belofte overigens niet waar. Psychiatrie wordt weliswaar naar voren gebracht als een goed te leren medisch specialisme, maar de nadruk ligt vooral op de klinische praktijk. De auteurs gaan in slechts 10 pagina's in op de wetenschappelijke basis van ons vak, en doen het daarmee tekort. Nieuwe onderzoeksmethoden worden vrijwel niet besproken, en daarmee blijft het boek nogal 'plat'. De tekst is in deze derde druk uitgebreid met de onderwerpen 'somatoforme stoornissen', 'dissociatieve stoornissen', 'slaapstoornissen' en 'eetstoornissen'. Deze aandoeningen werden weliswaar ook in de tweede druk besproken, maar veel beknopter. Verder hebben de auteurs de lay-out aangepast. Een groene steunkleur helpt studenten om kernbegrippen te identificeren en de grote lijn door het boek heen te kunnen blijven volgen. Het boek hanteert teksten in groengekleurde 'boxes' en in 'tables'. Welke soort informatie in een kader komt en welke in een tabel is niet duidelijk en lijkt inconsequent. In deze derde druk is het aantal kaders en tabellen zodanig vergroot dat op vrijwel iedere pagina een aantal groene kaders staan, wat een onrustige indruk maakt en de functie van desteunkleur tenietdoet. Samengevat: de derde druk van het Oxford leerboek Psychiatry is wederom sterk van inhoud. Medische studenten krijgen een goede, maar oppervlakkige inleiding in het vak. Vooral de klinische kant van de psychiatrie wordt besproken. Wetenschappelijke achtergronden blijven grotendeels achterwege. Het is jammer dat de in Nederland en Vlaanderen veelvuldig gehanteerde dsmiv niet integraal gebruikt wordt en dat de auteurs met eigen indelingen komen. Universiteiten die dit boek zullen gaan gebruiken zullen daarom niet ontkomen aan het geven van additionele literatuur.
A.J.L.M. van Balkom