De droomduiding herdacht. Essays over cultuuronderzoek en psychoanalyse
Dit boek is het sluitstuk van een symposium dat in december 2000 gehouden werd ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de publicatie van Freuds Traumdeutung. Vijf essays schetsen gevoelens en bedenkingen die dit oeuvre op dit moment oproept bij literatuur- en cultuuronderzoekers van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.Freuds droomtheorieën worden belicht vanuit de toenmalige socio-culturele tijdsgeest, vergeleken met vroegere en latere droomtheorieën, en verbonden met recente neurowetenschappelijke bevindingen (Leibovici). Zijn denken over cultuur en religie wordt genuanceerd. Klassieke misinterpretaties in dit verband worden aangestipt. De intellectuele prestatie die Freud leverde met zijn werk wordt onderstreept (J.A. van Belzen). De droomduiding wordt gepercipieerd als een performatieve taalhandeling waarin sluitende retoriek werd gehanteerd voor het eerzuchtig verwerven van naam binnen de geneeskunde. Met enige ironie wordt beschreven hoe Freuds constructie van het onbewuste drager lijkt te zijn geworden van onze behoefte aan het sacrale, en meer relevant blijkt voor geesteswetenschappen dan voor medische wetenschappen (Van Boheemen-Saaf). Dromen in de sprookjes van Andersen worden vergeleken met droomprocessen (Van Hees). Tot slot worden droom en theater geconceptualiseerd als elkaars cognitieve metaforen (Bal).Het boek oogt aantrekkelijk met het bronzen hoofd van de god Hypnos als omslagfoto. Conform de opzet van het symposium weerspiegelt het een culturele en literaire bias op de blijvende relevantie van Freuds gedachtegoed. Het ontsnapt daarbij niet geheel aan een wat intellectualiserende, academische sfeer.
C Marcq