A Short Introduction to Psychoanalysis
Dit boek is geschreven door drie vrouwelijke psychoanalytici, allen lid van de British Psychoanalytical Society. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommige stromingen minder aan bod komen, zoals de analytische psychologie of de Amerikaanse intersubjectieve en interpersoonlijke scholen. Maar er is wel aandacht voor de Franse psychoanalyse en voor Kohut!Eerst wordt uitgelegd wat psychoanalyse is. In vergelijking met vroegere handboeken wordt de analytische houding anders omschreven: de analytica (ook het analytisch beroep vervrouwelijkt!) neemt in zich op wat de patiënt overbrengt en laat er zich emotioneel door grijpen terwijl ze over deze ervaring nadenkt. Dit verklaart de conceptuele verschuiving van neutraliteit, abstinentie, anonimiteit … naar containment en analyse van enactments en tegenoverdracht. In het hele boek wordt er niet zozeer driftgeoriënteerd maar vooral (object)-relationeel gedacht. De visie dat psychoanalyse een aantal narcistische illusies doorprikt vond ik interessant: (1) we hebben onszelf niet geschapen maar zijn er dankzij anderen; (2) we zijn afhankelijk van anderen; (3) menselijke tijd is eindig; (4) we behoren niet tot meerdere geslachten of generaties; (5) we hebben een plaats in de ander die we niet kunnen controleren; (6) de ander heeft een private plaats in zichzelf die we niet kunnen inpalmen.Het hoofdstukje over het belang van de psychoanalyse in de verschillende culturen heeft me geboeid. De Franse psychoanalyse bijvoorbeeld is beïnvloed door filosofische en marxistische opvattingen, iets wat tegenstrijdig lijkt. Verder wordt mooi beschreven hoe de psychoanalyse ondergronds overleefde onder totalitaire regimes. De psychoanalyse bloeit momenteel in Zuid-Amerika: op dit ogenblik zijn er het meeste psychoanalytici per hoofd van de bevolking in Buenos Aires (meer dan in New York!). De opleving van de belangstelling in de landen van het vroegere Oostblok is ook opvallend.Wie wantrouwig of negatief gestemd is, kan zich verdiepen in de psychoanalysekritiek. Was Freud een kwakzalver? In welke mate was hij origineel? En hoe staat het met de wetenschappelijkheid van de psychoanalyse? Zegt de patiënt wat de analyticus wil horen? Worden hem herinneringen aangepraat? Is de psychoanalyse meer dan een hermeneutische discipline? Wat denken feministes van de freudiaanse opvattingen over de vrouwelijkheid en de vrouwelijke seksualiteit? En over de grensoverschrijdingen van sommige psychoanalytici? Werkt een psychoanalyse? Kortom, dit spervuur van vragen wordt niet ontweken, maar in het vijfde hoofdstuk genuanceerd beantwoord. De diverse aspecten van onderzoek komen vrij uitvoerig aan bod: proces- en uitkomstonderzoek, klinisch onderzoek, conceptueel onderzoek en validering van psychoanalytische concepten op grond van externe criteria. De methodologische problemen in verband met het verrichten van gerandomiseerde klinische onderzoeken in het kader van effectiviteitonderzoek worden aangehaald. Ook hier worden netelige kwesties niet uit de weg gegaan. De laatste jaren zijn er heel wat meer onderzoeken waarin de psychoanalyse het er goed vanaf brengt.Gelukkig moet de psychoanalyse het niet alleen hebben van de psychiatrie. Haar betekenis voor de literatuur, de film, de kunst, de filosofie en de politiek wordt in het zevende hoofdstuk aangegeven. Ten slotte worden de psychotherapeutische varianten genoemd, waarbij het verschil met andere psychotherapievormen wordt aangegeven. De lezer krijgt concrete informatie over de organisatie van de opleiding tot psychoanalyticus in het Verenigd Koninkrijk.Dit is een zeer lezenswaardige introductie die ik elke psychiater met interesse voor psychoanalyse, warm wil aanbevelen. Verplichte literatuur voor psychiaters in opleiding!
M. Hebbrecht