Biologische psychiatrie. Feiten, mythes en vooroordelen. Boek 1 en Boek 2
Meestal kost het moeite om in 400 woorden een boek te recenseren, laat staan als het om 2 delen gaat. In dit geval kan ik echter kort zijn. Het eerste deel gaat voornamelijk over de uitgangspunten van de auteurs en de geschiedenis van de biologische psychiatrie. Hun premissen worden in het eerste deel aan de hand van de depressieve stoornis verder uitgewerkt. In het tweede deel worden hun aannames toegepast op de manie en de manische depressie en op schizofrenie, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en verslaving, knelpunten in de levensloop, seksuele disfuncties, perversies en delicten, dwang en drang. Ieder hoofdstuk wordt besloten met 'Mythen en vooroordelen weerlegd', een verzameling open deuren en platitudes. De auteurs vinden evidence-based medicine een vorm van 'kookboek-biologische psychiatrie' die de erfelijkheid vergeet, evenals de psychologische, sociale en existentiële feiten en de persoonlijkheid. Volgens de auteurs is vooral de klinische ervaring van doorslaggevend belang bij de diagnostiek en behandeling. Zij zijn voorstanders van een zo breed mogelijke diagnose die regelmatig geëvalueerd moet worden. Zij gebruiken diagnosen uit de oude doos, maar ook eigen ziektebeelden, zoals de vage beelden 'personale depressie', 'gemaskeerde depressie', 'dysfore drukte', 'schijndepressie', 'état mixte', 'hypomane persoonlijkheid' en 'gemaskeerde manie'. De beschreven behandelingen met medicatie richten zich vooral op bijwerkingen en minder op effect. Zodra bijwerkingen optreden, moet de dosis verlaagd worden. De auteurs zijn voorstanders van het gebruik van combinaties van medicamenten. Liever meerdere medicamenten dan bijwerkingen. Bij de depressieve stoornis maken zij gebruik van intraveneuze behandeling met antidepressiva. Het gebruik van allerlei combinaties van medicijnen strekt zich niet alleen uit tot de stemmingsstoornissen, maar ook tot andere stoornissen, zoals angststoornissen en schizofrenie. De beweringen van de auteurs worden nergens onderbouwd en referenties ontbreken. Er is wel een literatuurlijst waarin na hun eigen publicaties aanbevolen literatuur en geraadpleegde literatuur staan. Elke toetsing van hun handelswijze ontbreekt. Bovendien is het taalgebruik zeer wollig en moeilijk leesbaar, met veel herhalingen. Kortom, boeken waar de algemeen psychiaters in het algemeen en de biologische psychiaters in het bijzonder niets aan hebben. Geen aanrader.
W.W. van den Broek