Cultural diversity, mental health and psychiatry. The struggle against racism
In 2000 stelde de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg dat de geestelijke gezondheidszorg voor minderheden in Nederland nog steeds ernstig tekortschiet. Tezelfdertijd constateerde het Department of Health dat minderheden in de uk onvoldoende vertrouwen hebben in de Britse ggz. Cultural diversity, mental health and psychiatry geeft een analyse van een belangrijke oorzaak hiervoor: racisme bij de (autochtone) psychiatrie, extra aangewakkerd door de recent opgelaaide 'strijd tegen terrorisme'. Het boek bestaat uit drie delen. In deel 1 wordt ingegaan op de aard van het racisme en de manier waarop dit verschijnsel zich manifesteert in de ggz, bijvoorbeeld in het overdiagnosticeren van schizofrenie bij minderheden, het voorschrijven van hogere doses antipsychotica aan personen met een donkere huidskleur, vooral in de forensische psychiatrie, de selectie van vooral personen met een blanke huidskleur voor bepaalde vormen van psychotherapie en de exclusie van minderheden in wetenschappelijk onderzoek. Het antwoord van de ggz hierop is tot nu toe schamel geweest. Men begon met speciale migrantenteams. Toen dat niet meer voldoende was, gingen ggz-instellingen interculturalisatie promoten. Vaak was dat meer naam dan daad. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ervan schoven directies vaak af op tijdelijke projectgroepen. In deel 2 worden een aantal onderliggende thema's behandeld vanuit de optiek van de transculturele psychiatrie. De westerse psychiatrie, geworteld in het cartesiaanse dualisme, is niet zonder meer toepasbaar in niet-westerse culturen. Het toenemende biomedische reductionisme in de moderne psychiatrie maakt de acceptatie ervan door mensen uit andere culturen steeds kleiner. De auteur pleit daarom voor het bestuderen van de boeddhistische spiritualiteit, en de Ayuvedische en Chinese geneeskunde als wegen die leiden naar een meer holistische psychiatrie. Hij maakt koppeling tussen het stigma van een psychiatrische diagnose, het degeneratiedenken in de psychiatrie, de slavernij, en de huidige achterstelling van mensen uit andere culturen in de westerse wereld. In het verlengde hiervan is racisme nog steeds aanwezig in de ggz. Dit thema wordt vooral uitgewerkt aan de hand van de benadering van schizofrenie. Deel 3 richt zich op de toekomst. Er worden aanbevelingen gedaan voor verbetering in verschillende deelgebieden, zoals toegang tot de gezondheidszorg, counseling, psychotherapie, zelfhulpgroepen en de researchagenda. De sterkte van dit boek ligt in de bewustwording van racisme in de psychiatrie op het niveau van de individuele hulpverlener en van psychiatrische voorzieningen. Over het effect van programma's om hierin op grotere schaal verandering krijgen ben ik minder optimistisch dan de auteur. Het denken over minderheden in de psychiatrie vindt niet plaats in een sociaal vacuüm, maar een samenleving. Die moet mee veranderen. Desalniettemin blijft het een boeiend boek, van harte aanbevolen aan alle hulpverleners.
F.A.M. Kortmann