Affect Regulation, Mentalization, and the Development of the Self
Volgens Rutter (2002) is de uitdaging voor de toekomst van de psychiatrie om de wisselwerking tussen aanleg én omgeving én ontwikkeling te onderzoeken. Om dit te bereiken is een betere integratie nodig van de nu nog grotendeels gescheiden onderzoeksgebieden. Het boek Affect Regulation, Mentalization and the Development of the Self van de psychoanalytische onderzoekers Fonagy e.a. (2002) geeft een voorbeeld van een dergelijke gewenste interdisciplinaire benadering. Bij hun onderzoek naar de ontwikkeling van baby en peuter zoeken de auteurs de dialoog en het debat met verwante wetenschapsgebieden, zoals de neurobiologie, genetica, filosofie, de affectieve en cognitieve wetenschappen, en het gehechtheidonderzoek. De psychoanalyse kan aan dit interdisciplinaire onderzoek naar de ontwikkeling van verschillende functies van de psyche, zoals perceptie, emotie, cognitie, gedrag en interpersoonlijk functioneren een belangrijke bijdrage leveren, omdat de psychoanalyse van oudsher gericht is op het ontwikkelen van coherente overkoepelende modellen van de psyche (Kandel 1999). Het boek tracht ontwikkelingstheorie, psychopathologie en behandeltechniek met elkaar te verbinden. Zo behandelt hoofdstuk 2 filosofische en neurobiologische emotietheorieën en het belang van de affectregulatie voor de ontwikkeling van de zelfregulatie in de baby. Hoofdstuk 4 beschrijft in het model van affectspiegeling prachtig de interactie tussen de baby vanaf 3 maanden en de opvoeder via stemgeluidjes en gezichtsuitdrukkingen en hoe daarbij secundaire representaties in de baby worden gevormd. Pathologische zelfrepresentaties ontstaan in de baby als de opvoeder geen overeenstemmende (contingent) representatie spiegelt. In een psychotherapie kunnen in de overdracht-tegenoverdracht onbewuste pathologische zelfrepresentaties via adaptieve affectspiegeling weer worden vervangen. Hoofdstuk 5 beschrijft een belangwekkend nieuw model voor de ontwikkeling van het zelf in de vorm van zelfsturing (selfagency). In de eerste fase functioneert de baby nog als een fysiek zelf, vanaf 3 maanden ontstaat het sociale zelf, dat op zoek is naar goed overeenstemmende affectspiegeling met de opvoeder. Met 9 maanden is de baby in staat tot gedeelde aandacht en doelgericht gedrag en begint het teleologische zelf. Met 1,5 jaar ontstaat het intentionele zelf, dat wensen en gevoelens en gedachten doelbewust duidelijk kan maken. Dan beginnen het mentaliseren en de subjectieve ervaring. Met 4-5 jaar ontstaat het representationele zelf, dat op het zelf kan reflecteren. Als verbijzondering ervan ontstaat het autobiografische zelf, dat kan reflecteren op het zelf door de tijd heen. Het fysieke, sociale en teleologische zelf uit dit ontwikkelingsmodel komen ook voor bij dierlijke primaten, zoals apen. Het intentionele, representationele en autobiografische zelf echter zijn uniek voor de mens als subjectief wezen. Indrukwekkend zijn de hoofdstukken over borderline-problematiek. Innerlijke leegte en chaos zijn hierbij een gevolg van gebrekkige secundaire representatie door gedesorganiseerde gehechtheid naast een aanlegfactor. Tijdens de behandeling moet de therapeut de gebrekkige mentalisatie bevorderen door eerst de externalisatie van het vaak boosaardige niet-eigen zelf van de client te verdragen en te hanteren en het vervolgens vervangen door contingente secundaire representaties van het oorspronkelijke zelf. Al met al is het boek rijk aan nieuwe psychoanalytische concepten en breed georiënteerd in zijn interdisciplinaire benadering. Het is daardoor niet altijd even gemakkelijk leesbaar. Ook ligt het accent nogal sterk op de cognitieve invalshoek. Het boek is zeer aanbevelenswaardig aan iedereen die geïnteresseerd is in nieuwe ontwikkelingen in de psychoanalyse en verwante wetenschapsgebieden van de infantresearch. Het presenteert een biopsychosociaal model van de infantontwikkeling, dat in de interactie van affectspiegeling tussen de neurobiologie van de baby en interpersoonlijke gehechtheidervaringen met de opvoeder de ontwikkeling van de psyche zich voltrekt in de vorm van affectregulatie, mentalisatie en de ontwikkeling van het zelf.
F. Stortelder