Gewetenloos. De wereld van de psychopaat
Zoals de achterflap aangeeft, is de auteur van dit boek ongetwijfeld 's werelds meest vooraanstaande psychopathieonderzoeker. Sinds de jaren zeventig heeft Hare zijn stempel gedrukt op het onderzoek naar psychopathie. Uit ongenoegen over de toenmalige zelfrapportagematen om psychopathie te meten (zoals de Minnesota MultiPhasic Inventory, mmpi), ontwikkelde Hare de Psychopathy Checklist (pcl). Deze is inmiddels uitgegroeid tot hét diagnostische instrument voor psychopathie en de herziene versie (pcl-r) is ook in het Nederlands vertaald. Naast de ontwikkeling van de pcl heeft Hare een massa gedegen fundamenteel onderzoek gedaan. Dit boek - bedoeld voor het brede publiek - is een weerspiegeling van dit onderzoek. Het begint met een kennismaking met psychopathie aan de hand van enkele casussen. In het tweede hoofdstuk wordt door het onderscheid tussen psychopathie en antisociale persoonlijkheidsstoornis scherp te stellen, afgebakend wat psychopathie (niet) is. De volgende twee hoofdstukken bespreken de items van de twee pcl-r-factoren: de affectieve/interpersoonlijke kenmerken (hoofdstuk 3) en de antisociale levensstijl (hoofdstuk 4). We denken bij psychopaten onmiddellijk aan seriemoordenaars, maar dat is een ongenuanceerd beeld. De reden voor deze vertekening ligt enerzijds bij de wijze waarop psychopaten in de media aan bod komen, maar anderzijds ook bij het feit dat wetenschappelijk onderzoek naar psychopathie haast uitsluitend bij gedetineerden is verricht. De overtuiging groeit dat er niet alleen psychopaten zijn onder moordenaars, verkrachters en dieven, maar ook onder advocaten, andere academici en politici. De eerste categorie psychopaten komt in hoofdstuk 6 aan bod, de tweede in hoofdstuk 7: 'Witteboordenpsychopaten'. Hare's meer fundamentele onderzoek komt op verschillende plaatsen in het boek aan bod (hoofdstukken 5, 8 en 10). Hierin bespreekt Hare wat de kern van psychopathie zou zijn, het affectieve deficit: psychopaten vatten wel de betekenis van emoties, maar niet de affectieve connotatie ervan. Hare beschrijft dit als een metafoor: een psychopaat is emotioneel kleurenblind. Deze metafoor maakt eveneens duidelijk hoe het komt dat een psychopaat ongevoelde emotie wel accuraat kan beschrijven. Net zoals de kleurenblinde geleerd kan hebben dat wij een appel groen en een tomaat rood zien, heeft de psychopaat bijvoorbeeld geleerd dat een verlieservaring met verdriet gepaard gaat. Tot slot bespreekt Hare in de laatste hoofdstukken hoe clinici (hoofdstuk 12) en leken (hoofdstuk 13) met psychopaten om dienen te springen. Hoewel er op dit ogenblik nog geen aangetoonde efficiënte behandeling voor psychopathie bestaat, ontsteekt Hare toch wat licht in deze pessimistische therapeutische tunnel. Samen met Wong werkt Hare aan een nieuw therapeutisch programma. Gewetenloos is erin geslaagd om het wetenschappelijk onderzoek naar psychopathie te vertalen voor een breed publiek. Het boek bulkt van de voorbeelden en leest daarmee als een trein. Een minpunt aan het boek is dat de balans wetenschap-sensatie soms wat naar het laatste overhelt. Zo worden we herhaaldelijk gewaarschuwd dat psychopaten alomtegenwoordig zijn (2.000.000 in de VS alleen al!) en we hun pad elk ogenblik kunnen kruisen. Godzijdank biedt Hare in hoofdstuk 13 een 'overlevingshandleiding', zodat we ons hierop kunnen voorbereiden. De vertaling is helaas wat slordig, er staan verschillende typefouten in het boek, er ontbreken enkele voetnoten en de pcl wordt consistent (> 40 maal) de Psychopathology Checklist genoemd. Gewetenloos is een uitstekend boek voor iedereen die meer te weten wenst te komen over psychopathie; ervaren forensisch psychologen/ psychiaters grijpen echter beter naar de wetenschappelijke literatuur als ze hun kennis over psychopathie willen vergroten.
B. Verschuere