Shorter Oxford Textbook of Psychiatry (4de druk)
De meeste medische studenten in Nederland zijn verplicht dit boek aan te schaffen. Zolang er geen Nederlandstalig handboek (in voorbereiding) op de markt is, is dit boek de canon. Wat heeft de hoogleraren psychiatrie in Nederland ertoe gebracht dit boek uit te kiezen? De vierde druk lijkt qua opzet en stijl op eerdere uitgaven. De eerste druk verscheen in 1983, de derde druk in 1996. In het voorwoord van de eerste uitgave staat vermeld dat dit boek in een behoefte voorziet: het is speciaal geschreven voor medische studenten, voor huisartsen, en voor klinisch psychologen. De samenstellers wilden een wetenschappelijk up-to-date handboek aanbieden, maar wel een handzamer formaat dan het Kaplan and Sadock's Comprehensive Textbook of Psychiatry (Sadock & Sadock 1999). Alle voorhanden zijnde teksten uit de vorige uitgave zijn grondig gereviseerd. Twee hoofdstukken zijn toegevoegd: een hoofdstuk over evidence-based psychiatrie en een hoofdstuk over psychiatrie, ethiek en wetgeving. Andere hoofdstukken zijn grondig herschreven, en dissociatieve stoornissen en somatoforme stoornissen worden nu in één hoofdstuk besproken. Het hoofdstuk neuropsychiatrie en slaapstoornissen is fors uitgebreid, evenals het hoofdstuk over eetstoornissen. Alle hoofdstukken worden verluchtigd met lijsten en tabellen. Psychopathologie laat zich op diverse manieren beschrijven, maar stoelt op drie pijlers: (1) de beschrijvende of fenomenologische psychopathologie in de traditie van Karl Jaspers (tracht de subjectieve ervaringen van de patiënt zo goed mogelijk te beschrijven); (2) de psychodynamische psychopathologie (tracht een verklaring te vinden in termen van mentale processen die voor de patiënt onbewust zijn); en (3) de experimentele psychopathologie (tracht een verklaring te vinden in experimenteel verifieerbare psychologische processen met behulp van kennis uit de neurowetenschappen). Het is opvallend dat in dit boek bij de etiologie van psychiatrische ziektebeelden wordt teruggevallen op het psychodynamische gedachtegoed met verwijzingen naar publicaties van Gabbard en Kandel. In een apart hoofdstuk, 'Reactions to stressful experiences', wordt de nodige aandacht besteed aan adaptieve en maladaptieve handelwijzen, en aan adaptieve en vroegere of primitieve afweermechanismen. Bij de ordening van psychiatrische ziektebeelden willen de auteurs zich niet beperken tot wat zij noemen 'een classificatiesysteem van één land'. Ze bedoelen de dsm, ontwikkeld in de Verenigde Staten. Naast het dsm-iv-classificatiesysteem hanteren zij de 'internationale' icd-10. Dat is soms verwarrend en vaker storend, omdat in elk hoofdstuk de twee diagnostische systemen afzonderlijk aan de orde komen. Het grote voordeel van dit boek is dat het zich plaatst in de rijke traditie van de Europese klinische psychiatrie. Dat is tevens waarschijnlijk de voornaamste reden om dit boek aan te bevelen voor medische studenten. Omdat het geschreven is voor medische studenten, wordt er terecht veel aandacht besteed aan het medisch-psychiatrisch onderzoek en aan de interactie tussen de algemene geneeskunde en de psychiatrie. Alle grote psychiatrische ziektebeelden worden op dezelfde wijze beschreven. De informatie is beknopt en relevant. Het is te waarderen dat er een apart hoofdstuk is ingeruimd voor suïcide en automutilatie. De twee afzonderlijke hoofdstukken over behandelmodaliteiten (psychofarmaca en psychotherapeutische behandelingen) complementeren de informatie die gegeven wordt over de behandeling van de afzonderlijke aandoeningen. Het boek wordt afgesloten met hoofdstukken over kinderpsychiatrie en forensische psychiatrie. Het gaat hier om een goed verzorgd, informatief, stimulerend en op de klinische praktijk gericht handboek met een duidelijke doelgroep. Ik zou geen boek kunnen aanbevelen dat dit boek kan vervangen in het medische onderwijs, ook al omdat er geen vergelijkbaar werk, toegesneden op de situatie in Vlaanderen en Nederland voorhanden is. Maar wie weet gaat dat op korte termijn veranderen?
M.G. Nijs