Afscheidsrituelen. Achterblijven en verder gaan
Dit boek is de volledig herziene editie van een klassieker uit 1981: Afscheidsrituelen in sychotherapie (Van der Hart 1981). Herlezen van dit werk bevestigt waarom het blijft aanspreken: inhoudelijk door zijn inspirerende en belangrijke thematiek, vormelijk door zijn heldere en praktische taal. De uitgangspunten van meer dan twee decennia geleden zijn alleen maar duidelijker geworden: onze postmoderne en geseculariseerde samenleving heeft een enorme behoefte aan zingevende rituelen. Door het wegvallen van de grote cultuurverhalen zijn deze rituelen meer en meer het domein van therapeuten geworden. De verschillende bijdragen en schrijfstijlen maken het boek afwisselend en boeiend, al blijven de stukken van Van der Hart zelf het meest geïnspireerd. De geest van de 'eerste generatie directieve therapie' ademt uit zijn woorden en blijkt nog steeds verfrissend te werken. Het boek heeft drie delen. In deel i (Theoretische achtergronden) worden rituelen en symbolen verklaard in een cultureel-antropologische context en wordt de analogie met de psychotherapie beschreven. Dit theoretische deel is paradoxaal genoeg heel praktisch en doorspekt met voorbeelden. In deel ii (Toepassingen) worden door auteurs met verschillende achtergronden uit psychotherapie en pastoraat uiteenlopende voorbeelden gegeven van het gebruik van afscheidsrituelen. Hoewel sommige religieuze invalshoeken wat gedateerd overkomen, worden ze daardoor tegelijk weer inspirerend. De persoonlijke beschrijving van opmerkelijke casussen door ervaren therapeuten blijft een leerrijke methode in tijden waarin statistische significantie onze wetenschappelijke tijdschriften volledig overheerst. Deel iii (Reflecties en gesystematiseerde benaderingen) is bijna volledig herzien en uitgebreid voor deze nieuwe uitgave. Het tracht het gebruik meest lezenswaardig nieuwere basisideeën meekunnen. Nederlandstalige verplichte met Hart, van rituelen in een geactualiseerd en wetenschappelijk jasje te steken, waarbij zelfs een geprotocolleerde behandeling (van posttraumatische stressstoornis) is bijgevoegd. Het komt mij voor dat deze meest recente toevoeging, hoe interessant en lezenswaardig ook, vlug ingehaald zal worden door nieuwere en spitsere inzichten, daar waar de basisideeën van de eerste delen nog lang zullen meekunnen. Dit werk blijft een klassieker uit de Nederlandstalige psychotherapieliteratuur en is verplichte lectuur voor iedereen die te maken krijgt met cliënten in rouw - alle therapeuten dus.
D.A.J. de Wachter