Competentiebelevingsschaal voor Adolescenten
Dit boek is de handleiding van de Competentiebelevingsschaal voor Adolescenten (cbsa), een zelfrappor-tagevragenlijst voor 12- tot 18-jarige Nederlandse en Vlaamse adolescenten, die is afgeleid van de Self Perception Profile for Adolescents (sppa; Harter 1988). Deze duidelijk en helder geschreven handleiding is verdeeld in twee delen, enerzijds de 'theoretische handleiding' en anderzijds de 'praktische handlei-ding'. De theoretische handleiding beschrijft in een inleiding de theoretische onderbouwing, waarna de ontwikkeling, de psychometrische ei-genschappen en de normgegevens van de cbsa in aparte delen worden weergegeven. In het theoretische deel wordt terecht gesteld dat competentiebeleving domeinspecifiek is, en dat het gevoel van eigenwaarde kan verschillen per domein. Daarom werd een vragenlijst van 35 items ontwikkeld, waarin 6 specifieke competenties en een algemeen gevoel van eigenwaarde worden ge-meten. De 6 specifieke competenties zijn: schoolvaardigheden, sociale acceptatie, sportieve vaardigheden, fysieke verschijning, gedragshouding en hechte vriendschap. De cbsa werd voor normering afgenomen bij omvangrijke groepen Nederlandse en Vlaamse schoolgaande jongeren. Op basis van deze afnames werden verschillende complementaire analyses uitgevoerd, waarmee de betrouwbaarheid en de validiteit op een duidelijke wijze werden beschreven. De conclusie was dat deze vragenlijst klinisch goed bruikbaar is, op voorwaarde dat de resultaten voor de individuele jongere afgezet worden tegen het volledige diagnostische onderzoek. Om verschillende redenen kan het immers gebeuren dat de resultaten niet met de realiteit stroken, wat een individuele klinische interpretatie noodzaakt. Enkele zwakke punten moeten vermeld worden. In de eerste plaats is toch van belang dat de items niet steeds makkelijk te begrijpen zijn, en dat vooral omdat de specifieke opzet van de vragenlijst daarmee samenhangt: twee complemen-taire stellingen (een negatieve en een positieve) worden tegelijk aangeboden, waarbij de jongere slechts voor één een score mag geven. Voor cognitief zwakkere personen kan dit verwarrend zijn. Ten tweede is opvallend dat de subschalen, bijvoorbeeld sociale acceptatie en hechte vriendschap, sterk correleren. De vraag dringt zich op in welke mate echt verschillende concepten nagegaan worden. Een derde beperking is het kleine aantal items (vijf) per subschaal. Ondanks de meestal redelijke tot goede interne consistentie, kan men zich afvragen of deze schalen ook in klinische omstandigheden voldoende differentiatie geven. Samenvattend kan men stellen dat de competentiebelevingsschaal voor adolescenten een bruikbare en degelijke diagnostische aanwinst is en een zeer welkome aanvulling op het te beperkte diagnostische arsenaal dat beschikbaar is voor adolescenten. Deze handleiding is goed onderbouwd en vlot geschreven, en het onderzoek naar de validiteit en de betrouwbaarheid van het instrument is overtuigend. Het is - rekening hou-dend met de vermelde beperkingen en klinische aandachtspunten - een handzaam instrument.
R.R.J.M. Vermeiren