Schizofrenie ontsluierd (G.A.S. Koster van Groos, Vert.)
De mysterieuze sluier die nog steeds rond het ziektebeeld schizofrenie hangt, leidt tot stigmatisatie van patiënten of romantisering van de stoornis. Zo luidt het aan het begin van dit boek. Verheldering is dus nodig. De auteur wil dan ook recente wetenschappelijke ontwikkelingen over schizofrenie voor een breed publiek toegankelijk maken. In een duidelijke en vlotte stijl worden eerst de klinische kenmerken besproken. Vervolgens wordt het onderzoek naar preklinische verschijnselen en genetische determinanten samengevat. De cognitieve stoornissen van schizofrenie en het beeldvormend onderzoek naar de onderliggende deficiënte neurale netwerken krijgen daarna ruim aandacht. Ten slotte worden mogelijke behandelingsvormen en hun resultaten op klinisch, functioneel en subjectief vlak besproken.
De grootste troef van dit boek zijn de genuanceerde en heldere uiteenzettingen over de vaak complexe wetenschappelijke methodiek en de daaruit voortgekomen resultaten. Dit maakt het boek het lezen meer dan waard. Minder naar mijn smaak is de toonzetting die, vooral naar het einde toe, van wetenschappelijk optimisme naar wishful thinking overslaat. Ook al begrijpen we het onderliggende neurale probleem bij schizofrenie iets beter en is het therapeutische arsenaal met de atypische antipsychotica verbreed, de onmiddellijke vertaling van deze kennis in een betere prognose voor de individuele patiënt is niet zonneklaar.
De verhaallijn - van neuron tot sociale interactie, zoals de oorspronkelijke ondertitel luidde - moet iets tè nadrukkelijk kloppen. Deze romantisering van onderzoeksresultaten kan volgens mij eveneens de aard van het ziektebeeld versluieren. Dit zou jammer zijn gezien de opzet van dit overigens voortreffelijke boek, dat zowel voor de leek als voor de ervaren clinicus een mooie samenvatting is van een moderne visie op schizofrenie.
J. Van Hecke