The New Handbook of Psychotherapy and Counseling with Men. A Comprehensive Guide to Settings, Problems, and Treatment Approaches. Volume 1
In Vlaanderen lanceerde de minister van 'gelijke kansen' een discussie rond de 'nieuwe man'. Deze zou kunnen ontsnappen aan het 'typisch' masculiene gedrag (cultus, rollenpatroon) van wedijver, emotionele beheersing, en machtsbehoefte. Maar brengt dit geen nieuwe problemen met zich mee in een omgeving waar die mannelijke kenmerken juist verwacht, ja zelfs vereist zijn? Of zijn het juist de 'traditionele' mannen die het moeilijk krijgen in een samenleving waar het feminisme de klas-sieke genderroldefinities op de helling heeft gezet? Hebben de mannen van vandaag met specifieke problemen te kampen die een aparte aanpak in de ggz impliceren? Op dit soort vragen wil dit boek een antwoord geven. Blijkbaar wordt de behoefte aan informatie over dit thema hoog ingeschat, want het is een tweedelig handboek geworden (waarvan slechts het eerste deel ter bespreking is aangeboden). Het heet 'new' omdat er al eerder (1987) een soortgelijk boek was verschenen. In de eerste sectie worden diverse settings besproken. Volgens de redacteuren komen mannen verhoudingsgewijs te weinig in de therapiekamer voor, maar kan er heel wat male-friendly counseling worden aangeboden via school, werk, sport, leger en gevangenis ... Een tweede reeks hoofdstukken gaat dan in op problemen die bij mannen specifiek voorkomen of een specifiek accent krijgen: depres-sie, misbruik van alcohol en drugs, agressie, ge-weld en seksualiteit, traumatische ervaringen, seksuele disfuncties, echtscheiding. Ten slotte ko-men de levensfases aan bod: de jongen, de sollicitant, de echtgenoot, de vader, de man in midlife-crisis en de jonge gepensioneerde man. Tussen-door is er een verdwaald hoofdstuk over mannelijke alexithymie. De redacteuren hebben weinig leiding en structuur geboden, want elke auteur mag zijn (een paar ook haar) zegje doen, nu eens beknopt dan weer uitvoerig, de ene keer vooral op eigen praktijkervaring gebaseerd en de andere keer met veel verwijzing naar literatuur. Naar inhoud en vorm dus erg disparaat en ik blijf met de vraag zitten wie er nu eigenlijk zit te wachten op deze duizend pagina's. Naar de inhoudsopgave van het tweede deel te oordelen, zit daar weinig origineels in. Wel worden twee hoofdstukken aangekondigd over de therapeutische relatie. Is een vrouwelijke therapeut beter of toch maar 'mannen onder elkaar'? Wat voor achtergrond en vaardigheden zijn er nodig om mannen met problemen te helpen? Dat soort vragen had ik aan het begin van dit handboek verwacht, samen met een breder referentiekader. Er is wel herhaaldelijk sprake van masculine-sensitive assessment and treatment, maar dat komt toch weinig uit de verf en is bovendien vaak gebaseerd op wat algemene indrukken en opvattingen. Van evidence-based practice is hier weinig te bespeuren en de redacteuren geven dit terloops toe: 'gender-aware research investigating effective treatments for men's problems is just beginning' (p. 33). Het zal dus nog wel een tijd duren eer iemand voldoende stof heeft om een gefundeerd handboek over deze thematiek te schrijven. Als er nog vraag naar is?
W. Vandereycken