Drang in de zorgpraktijk
samenvatting Het toepassen van drangvarianten binnen de hulpverlening van chronisch psychiatrische patiënten vraagt om een ethische rechtvaardiging. Met behulp van de structuratietheorie van Giddens wordt een gevalsbeschrijving geanalyseerd. Deze analyse toont aan hoe betekenisgeving, normen en machtsrelaties de geestelijke gezondheidszorg structureren. Drang als handeling draagt deze structuurkenmerken zeker ook. Uit de analyse volgt op welke wijze de totstandkoming en uitvoering van de drang en het verdere verloop binnen de hulpverlening is ingebed in het zorgproces. Het zorgproces op zijn beurt draagt de normatieve kenmerken van het zorgsysteem waarin het een en ander plaatsvindt. Voor een ethische beoordeling van drang moet in sterke mate rekening gehouden worden met deze context en structurering van het zorgsysteem.