Schitterend nieuw brein. Psychiatrie in het tijdperk van het genoom
Dit boek is geschreven door de bekende Amerikaanse psychiater Nancy Andreasen. Zij stelt dat in de afgelopen decennia de kennis op het gebied van moleculaire genetica, cognitieve wetenschappen en neuroimaging sterk is toegenomen. Zij gaat ervan uit dat deze toename van kennis grote gevolgen zal hebben voor ons begrip van de ontstaanswijze en behandeling van psychiatrische stoornissen die in toenemende mate de mensheid geselen. De auteur hoopt met dit boek de preklinische en klinische kennis, benodigd om deze ontwikkelingen te kunnen volgen, toegankelijk te maken voor een breed publiek: de geïnteresseerde hoog opgeleide leken, artsen en psychiaters.
Het boek bestaat uit vier delen. Het eerste deel introduceert het persoonlijke lijden en de sociaal-economische gevolgen van een psychiatrische stoornis. Ook wordt het complexe en hoge abstractieniveau in dit kennisgebied besproken. Het tweede deel is een minicursus in de neurowetenschappen en de moleculaire genetica. Ik vrees dat dit gedeelte, door het hoge gehalte aan professionele terminologie, voor diegenen die geen biologie in hun basispakket hebben gehad, moeilijk te begrijpen is. Het derde gedeelte bestaat uit vijf hoofdstukken. In het eerste worden de geschiedenis en de theorievorming van het wetenschappelijk onderzoek van psychiatrische stoornissen beschreven. Vervolgens worden vier beelden nader onder de loep genomen: schizofrenie, stemmingsstoomissen, angststoornissen en dementieën. De structuur is bij ieder beeld gelijk: een ziektegeschiedenis, de fenomenologie, de invloed van de stoornis op de patiënt, de sociale en neurobiologische mechanismen en tot slot de behandeling. In het laatste, vierde deel, reflecteert de auteur over de sociale, morele en economische gevolgen van de toenemende kennis op psychiatrisch gebied.
Het boek is erg Amerikaans van stijl: optimistisch over de maakbare wereld. Noch aan het sociaal-culturele, noch aan het contemplatieve perspectief wordt aandacht besteed. Degene, die deze beperking kan relativeren, heeft een uiterst fraai boekwerk in handen: helder, to the point en zeer in-formatief wordt de lezer binnengevoerd in een ontzagwekkende hoeveelheid kennis, die de schrijfster op magistrale wijze beheerst en toegankelijk weet te maken voor het hoogopgeleide brede publiek, voor artsen, psychologen en psychiaters. De vertaling naar het Nederlands is subliem.
J.J.M. van Hoof