Zal het ons ooit nog goed komen. Over psychiatrie, psychotherapie en andere ingewikkeldheden
In dit boekje heeft Kees Hoogduin uiterst vermakelijke cursiefjes bijeengebracht, die deels in de afgelopen vijftien jaar zijn verschenen in het tijdschrift Directieve Therapie. De cursiefjes zijn vermakelijk omdat ze fris en in een directe stijl zijn geschreven en bovenal omdat overal wel een dubbele bodem in te ontdekken valt. Ze gaan over het menselijk tekort. Zal het ons ooit nog goed komen: als het aan Hoogduin ligt, wordt deze vraag stellig bevestigend beantwoord. Maar hij beseft ook dat het een onbegonnen en ongelijke strijd is.
De schrijver stelt zich op als een alwetende verteller. Op de kaft van dit boek prijkt een foto van de auteur in vol ornaat in een drieluik. Hoogduin lijkt op een napoleontische veldmaarschalk die de psychiatrische en psychotherapeutische troepen schouwt, maar ook op een ziener, een priester van de moderniteit, de manager met een grenzeloos optimisme en expansiedrang die hoop mobiliseert. Het menselijk tekort wordt met veel caritas en invoelingsvermogen beschreven. De liefde voor, en de betrokkenheid bij het onderwerp zorgen ervoor dat er een soort mildheid ontstaat die de betweter tot bedaren weet te brengen. Als de mildheid ontbreekt, neemt de arrogantie de overhand. Storend is het wanneer Hoogduin unverfroren en ongenuanceerd afgeeft op de psychoanalyse.
Waar gaan de stukjes over? Over hypes in de psychiatrie, over modieuze psychiatrische diagnoses, over neuroses bij kat, koe, geit en hond, over de hypnotiseerbaarheid en beïnvloedbaarheid van mensen, over ziekelijke jaloezie, over menselijke pronkzucht, over rare kwasten, over prins Claus en over filosofie. Het gaat dus een beetje over van alles, maar toch is de ondertitel Over psychiatrie, psychotherapie en andere ingewikkeldheden weer zwaar aangezet en ongetwijfeld bedoeld als literaire overdrijving. Om een beeld te geven van de vele interessante ideeën die Hoogduin ons voorschotelt, noem ik er twee. Als eerste de tongkus als (evidence-based) indicatie-instrument voor echtelijke liefde en trouw, als tweede het onomstotelijke bewijs dat 'een moord gepleegd kan worden zonder dat de dader een moordenaar is'.
Voor mensen die geïnteresseerd zijn in de epifenomenen van ons vakgebied kan dit boekje voor het nodige leesplezier zorgen. Een boekje, inhoudelijk zonder pretenties, met heel veel pretentie geschreven.
M.G. Nijs