Hyperactivity and Attention Disorders of Childhood (2de druk). In de serie Cambridge child and adolescent psychiatry
De serie over kinder- en adolescentenpsychopathologie en behandelingsmethodieken onder leiding van Goodyer van de Universiteit van Cambridge onderscheidt zich door kwalitatief zeer hoogstaande publicaties. Met deze tweede editie van het boek over aandachtstekortstoornissen in de kindertijd maakt het een tweede pretentie waar, namelijk het zo actueel mogelijk blijven.
Het boek is niet alleen grotendeels herschreven en geactualiseerd, maar ook aangevuld met een aantal hoofdstukken over onderwerpen die in de eerste uitgave nog nauwelijks aan de orde of deugdelijk bestudeerd waren: de genetica (Waldman & Hyun Rhee) en de aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis (Toone & Taylor) bij volwassenen. Andere aspecten, zoals de psychosociale impact van ongunstige opvoedingsomstandigheden, worden belicht aan de hand van het bekende Roemeense adoptieonderzoek (Rutter, Roy & Penna). Hierdoor krijgt de lezer een fraai overzicht van de klinische en epidemiologische aspecten van een stoornis, die opmerkelijk vaak tot in de volwassenheid aanhoudt.
De internationale dilemma's rond de classificatie komen naar voren in heldere bijdragen van Buitelaar over de epidemiologie en van Schachar & Sergeant over de categoriale versus de dimensionale classificatie. Voor de behandelaspecten is een beroep gedaan op Jensen, de coördinator van het omvangrijke mta-onderzoek (Multimodal Treatment Study of Children with adhd), dat zoveel stof heeft doen opwaaien. Enkele jaren geleden bereikte de overhaaste conclusie dat alleen medicatie effectief was bij de behandeling van adhd de voorpagina's van de dagbladen. Jensen is inmiddels in het onderhavige hoofdstuk kritischer geworden en benadrukt dat de medicamenteuze behandeling in het mta-onderzoek niet te vergelijken is met de klinische praktijk in het algemeen: de proefpersonen werden immers maandelijks gezien in een poliklinisch contact van een halfuur, waarin hun dagelijkse monitoring-lijstjes en de school- en ouderbijdragen uitvoerig besproken werden. Deze benadering bleek inderdaad veel effectiever dan het louter schrijven van recepten en de laagfrequente consultaties zoals bij de controles in de care-as-usual-groep.
Uit bovenstaande mag duidelijk worden dat ik dit boek allen die in opleiding zijn tot psychiater van harte zou willen aanbevelen, en zeker ook aan hen in de kinder- en jeugdpsychiatrie, maar ook in de volwassenenzorg die er aan hechten op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen. En: over minder dan zeven jaar al weer uitkijken naar een nieuwe uitgave, want dan is deze zeker weer achterhaald!
R.J. van der Gaag