Managing intense emotions and overcoming self-destructive habits. A self-help manual
Dit boek is bedoeld voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Het gaat in op vaak voorkomende problemen, zoals misbruik van drank en drugs, emotionele ontregeling, bepaalde denkpatronen, misbruik in de kindertijd, relatieproblemen en ongecontroleerde woede-uitbarstingen. Ieder hoofdstuk geeft heldere en bondige uitleg over een bepaald thema, afgewisseld met (huiswerk)opdrachten. De opdrachten zijn vooral bedoeld om inzicht te geven in het huidige functioneren en zich bepaalde vaardigheden eigen te maken. Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat dit boek geen vervanging is voor intensieve therapie. Patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis zouden het alleen ter hand moeten nemen wanneer een dergelijke therapie niet beschikbaar is. Over de achtergronden van haar aanpak laat de auteur zich nauwelijks uit. Veelzeggend is echter haar dankwoord aan Tony Ryle, Jeff Young en Marsha Linehan.
De auteur kwalificeert haar boek verrassend genoeg als zelfhulpliteratuur, terwijl patiënten er eigenlijk niet zelfstandig mee aan de slag kunnen. De inleiding vermeldt dat ondersteuning door een ervaren hulpverlener in 24 tot 36 individuele sessies dan wel groepssessies verwacht wordt. In feite is het dan ook veeleer een werkboek dat de begeleiding structureert. Gezien de aard van de vaak hardnekkige problematiek is dat misschien ook wel een goede zaak. Voor de begeleidende professional is een hoofdstuk opgenomen waarin wordt opgemerkt dat patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis dikwijls niet tot de favorieten van de staf behoren. Dat ligt volgens de auteur voor een deel aan de staf zelf. Daarom wordt er een aantal tips gegeven hoe hulpverleners het beste met deze categorie patiënten kunnen omgaan. Hoewel er in de meeste hoofdstukken ook literatuur wordt aanbevolen voor een breed publiek, zijn er opvallend veel verwijzingen naar wetenschappelijke bronnen opgenomen. Dat is ongetwijfeld heel verantwoord, maar wat de doelgroep met die laatste verwijzingen moet, is mij onduidelijk. Het geeft het boek op onderdelen een onnodig zwaarwichtig karakter.
Vergelijking van Bells boek met het Borderline Hulpboek (2000) van Spaans & Van Meekeren maakt duidelijk dat er nogal wat overeenkomsten zijn. Waar Spaans & Van Meekeren zich echter meer beperken tot het verstrekken van behoorlijk uitgebreide informatie en adviezen rond een beperkt aantal kernsymptomen, is de aanpak van Bell interactiever en qua gerichtheid wat breder. Het boek van Spaans & Van Meekeren is meer geschikt voor patiënten die volledig op eigen houtje hun problemen willen aanpakken. Het boek van Bell laat zich beter inpassen in een vorm van begeleiding, al is vooralsnog een Nederlandstalige versie niet beschikbaar.
R. van Deth