Brain circuitry and signaling in Psychiatry. Basic science and clinical implications. In de reeks Progress in Psychiatry
Dit boek uit de serie Progress in Psychiatry(nummer 61) is beslist een aanrader. Veel boeken die in deze serie verschijnen, vormen een compilatie van eerder verschenen publicaties in tijdschriften en hebben daardoor iets van opgepoetst oud nieuws. Dit boek heeft dat ook, maar selecteert uit het domein van de neurowetenschappen goede en mij tamelijk onbekende publicaties. De beide redacteuren zijn erin geslaagd om de hoofdstukken redelijk op elkaar af te stemmen. Een derde argument dat pleit voor dit boek is dat bij onderzoek verworven gegevens op een inzichtelijke wijze gekoppeld worden aan een theoretische achtergrond en voorzien van de nodige referenties.
De 220 pagina's tekst bestaan uit twee inleidende hoofdstukken, waarbij het eerste, van 30 pagina's, gaat over functionele neuronale circuits. De functionele hersenanatomie wordt besproken en er is aandacht voor de gebieden die op dit moment in het brandpunt van de belangstelling staan, zoals de prefrontale cortex, de basale ganglia en de frontale-subcorticale circuits. Het diencephalon en de hersenstam krijgen, met het limbische circuit, goed geïntegreerde aandacht. Het tweede hoofdstuk behandelt naast celbiologie eveneens de moleculaire biologie om de up- en downstream van prikkeloverdracht onder de aandacht te brengen. Op het eind van het hoofdstuk wordt er teruggekoppeld naar de diverse neurotransmitters en wordt de klinische praktijk erbij gehaald door de effecten van medicatie op de besproken systemen aan te geven.
Hoewel in het algemeen dergelijke hoofdstukken nogal eens lijden aan simplificaties dan wel stranden in hun complexiteit, hebben de auteurs goed de middenweg weten te bewandelen. Ze zijn zich van dit dilemma goed bewust geweest en geven dan ook aan dat ze een soort sjabloon (template) aanbieden waarmee de lezer andere en nieuwe informatie kan plaatsen. Immers, het bij elkaar brengen van neuroanatomische, neurofysiologische en moleculair-biologische gegevens is de grote uitdaging waar de nieuwe discipline, die zich neurowetenschappen noemt, voor staat.
De overige 150 pagina's van het boek worden gevuld met de bespreking van ziektebeelden en de neuronale circuits en prikkeloverdrachtconcepten die daarbij mogelijk een rol spelen. Schizofrenie en depressie worden het meest uitgebreid besproken. De verschillende theorieën komen aan bod en worden op basis van onderzoeksgegevens geïnterpreteerd richting kliniek. Daarnaast bestaan er hoofdstukken over verslaving, angst en bipolaire stoornissen. Het boek sluit af met een hoofdstuk over dementie en de ziekte van Alzheimer. Hoewel deze hoofdstukken de kleur en kennis meekrijgen van de auteurs, zijn ze toch breed van opzet en voldoende relativerend. Uiteraard zijn ze niet uitputtend, maar ze behandelen actuele problematiek en het is interessant om anatomische en moleculair-biologische gegevens bij elkaar geplaatst te kunnen lezen.
Voor degene die redelijk georiënteerd is in het gebied van de neurowetenschappen is het interessant om mee te denken met de auteurs en het verband te volgen dat zij leggen tussen de diverse bevindingen. Deze lezers zullen hun kennis uitbreiden met interessante referenties. Voor degene die betrekkelijk onbekend is met dit terrein is dit boek een moeilijk vertrekpunt, maar geeft het veel houvast bij de integratie. Vaak is het een probleem om de verschillende brokstukken van kennis, die de beginnende lezer bijeensprokkelt, met elkaar in verband te brengen. Fragmentatie leidt vaak tot monotheïsme en verabsolutering. Dit boek kan u goed helpen en is een aanrader voor de psychiater die zich verder wil oriënteren op het gebied van de neurowetenschappen.
H.J. Pot