Clinical Practice of Cognitive Therapy with Children and Adolescents. The Nuts and Bolts
Dit boek gaat over de toepassing van cognitieve gedragstherapie bij kinderen en adolescenten. Cognitieve therapie bij kinderen moet actiegericht zijn. Voorts moet uiteraard een zorgvuldige afstemming van het gebodene op het ontwikkelingsniveau van het kind plaatshebben. Veel aandacht wordt besteed aan speelse toepassingen van cognitieve therapie bij kinderen, onder meer verhalen vertellen, rollenspelen en tekeningen maken. Ook de toepassing bij kinderen met verschillende culturele achtergronden krijgt veel nadruk. In het diagnostische proces spelen gestructureerde vragenlijsten en het vastleggen van het ontwikkelingsniveau een belangrijke rol, naast de gebruikelijke gedragsanalyse met antecedenten en consequenties van het gedrag.
In het algemene deel komt de structuur van de zittingen met het vaststellen van de agenda, het thema van de zitting en huiswerkopdrachten aan bod. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de gewenste houding van collaboratief empiricisme en aan de introductie van het behandelmodel. Het identificeren en verbinden van gevoelens en gedachten is van groot belang, omdat dat wezenlijk is voor het welslagen van de therapie. Het algemene deel eindigt met een overzicht van alle gebruikte gedragsmatige en cognitieve interventietechnieken. Vervolgens wordt - gelardeerd met voorbeelden - de behandeling van een aantal belangrijke stoornissen bij kinderen besproken: depressie, angststoornissen en externaliserende stoornissen.
In het boek worden vele tips aan de hand gedaan voor de praktische toepassing van cognitieve gedragstherapie, ook bij de wat jongere kinderen, en daar ligt de kracht van het boek. Het boek leent zich uitstekend als naslagwerk over toepasbare cognitieve technieken bij kinderen en adolescenten. Bij de hoofdstukken over behandeling worden herkenbare casussen en herkenbare therapiesituaties als voorbeeld genomen.
Er zijn een aantal goede boeken over cognitieve gedragstherapie bij kinderen in het Nederlands verschenen. Methode en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen, onder redactie van Prins & Bosch (1998) is theoretischer van opzet, en neemt gehanteerde methodieken als uitgangspunt en niet zozeer de stoornissen. Directieve therapie bij kinderen en adolescenten, onder redactie van De Haan, Dolman & Hansen (2001), beperkt zich vooral tot de angststoornissen en beschrijft het therapieproces. Het hier besproken boek geeft een gedetailleerder en completer overzicht van technieken die bij een bepaald soort probleem toegepast kunnen worden.
Concluderend kan ik geïnteresseerden in cognitieve gedragstherapie bij kinderen en adolescenten het boek ten zeerste aanraden. Als u geïnteresseerd bent in de modificering van technieken voor kinderen of voor jongeren met een andere culturele achtergrond, biedt dit boek creatieve en speelse oplossingen.
M.L.J.M. Eussen