Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Zoals wordt uitgelegd in de inleiding van dit boek is 'ontwikkelingspsychopathologie een nieuwe integratieve benadering die inzichten uit verschillende wetenschappen combineert'. Kenmerkend voor de ontwikkelingspsychopathologie is daarbij, volgens de auteur, dat de normale en afwijkende ontwikkeling op de diverse domeinen in samenhang worden beschouwd, dat de context (zoals cultuur, gezin en opvoeding) belangrijk is om psychopathologie te begrijpen, dat er veelal sprake is van multipele oorzaken en dat een model waarin risicofactoren en protectieve factoren tegenover elkaar worden gezet, op inzichtelijke wijze aanwijzingen biedt voor de praktijk van de hulpverlening.
Overeenkomstig dit uitgangspunt behandelt de auteur na een drietal inleidende hoofdstukken over onder meer diagnostiek en classificatie, theorieën van de ontwikkeling, en invloeden tijdens zwangerschap en rond de geboorte, dertien probleemgebieden en functiedomeinen. Voorbeelden van probleemgebieden zijn de meer klassieke syndromen als autisme en aanverwante stoornissen, zelfbeheersing, de aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) en gedragsstoornissen. Voorbeelden van functiedomeinen zijn slaapstoornissen en slaapproblemen, en voedings- en eetstoornissen bij het jonge kind. De beschrijvingen in de diverse hoofdstukken zijn nuchter en gedegen, helder en systematisch, zonder echter wetenschappelijke diepgang te bereiken. Voor een monografie van deze omvang is het knap dat de hoofdstukken ook behoorlijk up-todate zijn, uitzonderingen daargelaten. In afwijking van wat de auteur stelt, is er bijvoorbeeld wel degelijk evidentie voor de effectiviteit van groepstherapie (maar dan wel geprotocolleerd en gedragstherapeutisch van aard) bij de behandeling van agressief gedrag bij kinderen, zoals recent werd aangetoond door Nicole van de Wiel in haar proefschrift (2002).
Er kleeft wel een aantal bezwaren aan dit boek. Het medisch perspectief komt duidelijk minder uit de verf dan het sociaal-psychologisch perspectief. Dit blijkt onder meer uit de beperkte aandacht voor medicamenteuze interventies en voor recent onderzoek op het gebied van hersenmorfologie en hersenfuncties. Wanneer het gaat om autisme, mag niet verzuimd worden erop te wijzen dat dit gepaard gaat met een verhoogd risico van epilepsie (wat direct behandelimplicaties heeft) en van een macrocefalie (waarvan de betekenis vooralsnog onduidelijk is). Hoewel de meeste hoofdstukken nuttige en informatieve tabellen bevatten, zou ik persoonlijk in een volgende uitgave voor meer illustraties en grafieken pleiten, die zo veel mogelijk uit oorspronkelijke publicaties zijn overgenomen. Daarmee wordt ook ondervangen dat vaak naar secundaire, Nederlandstalige literatuur moet worden verwezen, zoals nu het geval is.
Alles bij elkaar genomen, en ondanks deze wat zwakkere punten, is het een handig boek voor praktijkopleidingen op hbo-niveau, voor andere geïnteresseerden en eventueel voor ouders.
J.K. Buitelaar