Practical child and adolescent psychopharmacology
Praktische psychofarmacologie voor kinderen en adolescenten is een veelbelovende titel voor de kinder- en jeugdpsychiater die werkzaam is in het ambulante of klinische veld. Er is relatief weinig kennis en evidence op het gebied van psychofarmacologie bij de leeftijdsgroep tot achttien jaar. Onderzoek naar de effecten van psychofarmaca bij kinderen en adolescenten is, met uitzondering van de farmacologische behandeling van de aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis (adhd), angst- en dwangstoornissen en het syndroom van Gilles de la Tourette, zeer spaarzaam, zowel in Nederland als elders. Vaak wordt er daarom bij het voorschrijven van psychofarmaca aan kinderen en adolescenten - onterecht - gebruikgemaakt van extrapolaties vanuit onderzoeken bij volwassenen. Dit Noord-Amerikaanse boek met negen Canadese auteurs en negentien auteurs uit de Verenigde Staten is een opmerkelijk genuanceerd en bescheiden boek. Het begint met een historisch overzicht van Charles Popper, een coryfee die als een van de eersten sinds een tiental jaren regelmatig workshops geeft over psychofarmacologie bij kinderen en adolescenten. Een relativerend hoofdstuk, waarin hij benadrukt dat we pas aan het begin staan van enige kennis op dit gebied. Datzelfde geldt voor het hoofdstuk ontwikkelingspsychofarmacologie van Kutcher. In dit hoofdstuk wordt vooral de nadruk gelegd op wat we allemaal nog niet weten. Het derde inleidende hoofdstuk, van de hand van Carlson, gaat over de klinische aspecten van psychofarmacologie bij kinderen en adolescenten. Het is het enige werkelijk praktische hoofdstuk waarin onder meer psycho-educatie over psychofarmaca aan de orde komt. In de overige twaalf hoofdstukken worden de diagnostiek, de etiologie en ten slotte de behandeling van de twaalf belangrijkste psychiatrische beelden besproken.
De behandeling, het thema van dit boek, komt echter alleen in grote lijnen aan de orde en er worden nauwelijks praktische adviezen gegeven. Het is ook jammer dat in een boek uit 2002, slechts de onderzoeken tot 1998/1999 worden behandeld. Voor de psychofarmacologische behandeling van de bipolaire stoornis betekent dit bijvoorbeeld dat het enige vergelijkende onderzoek op dit gebied (Kowatch e.a. 2000) niet aan de orde komt. Ditzelfde geldt voor onderzoek uit 2000-2002 op het gebied van de angststoornissen bij kinderen (Bernstein e.a. 2000; The Research Unit on Pediatric Psychopharmacology Anxiety Study Group 2001; Rynn e.a. 2001; Seedat e.a. 2002).
Samenvattend: een opmerkelijk genuanceerd, maar helaas ook weinig praktisch boek, dat bovendien anno 2003 het bezwaar heeft dat de inhoud 4 à 5 jaar oud is, terwijl de ontwikkelingen op het terrein van de psychofarmacologie bij kinderen en adolescenten zich in een rap tempo voltrekken.
C.G. Reichart