Textbook of anxiety disorders
Angststoornissen behoren tot de meest frequent voorkomende en invaliderende psychiatrische stoornissen, zelfs meer dan stemmingsstoornissen en middelenmisbruik. In de vs zijn ze verantwoordelijk voor ongeveer een derde van alle kosten met betrekking tot psychiatrische aandoeningen. Voldoende redenen dus om aan de angststoornissen een tekstboek te wijden en hiervoor werden 77 voornamelijk Amerikaanse experts gevraagd. Het resultaat is een indrukwekkend en fraai uitgegeven, ruim 500 pagina's tellend boekwerk.
Het is opgebouwd uit drie delen: algemene aspecten, specifieke angststoornissen, en diversen. Na hoofdstukken over historie en classificatie, vanzelfsprekend volgens dsm, worden in het eerste deel diermodellen van angst en de theorieën met betrekking tot neuronale circuits bij angst en vrees besproken. Met de resultaten van de onderzoeken van de afgelopen twintig jaar worden verbanden gelegd tussen de neurobiologie en de functionele neuroanatomie enerzijds en de klinische symptomatische presentatie van patiënten met angststoornissen anderzijds. Er is uitgebreid aandacht voor de rol van de hypothalamus- hypofyse-bijnieras, diverse neurotransmittersystemen, neuropeptiden, stress, enzovoort. Eén plaatje zegt soms meer dan duizend woorden. Wat meer plaatjes en tabellen - zoals ook elders in dit boek - zouden zeer verhelderend zijn. In de drie volgende hoofdstukken van dit eerste deel komen diverse concepten van angst aan bod: de evolutionaire, de cognitieve en de psychodynamische. Met de evolutiebril op wordt duidelijk gemaakt wat de rol van angst kan zijn bij de ontwikkeling en voortplanting van de soort. Begrip dat angst in sommige situaties ook een voordeel kan hebben, zal vele patiënten met een angststoornis tot troost zijn.Het eerste deel wordt afgesloten met een hoofdstuk over combinatiebehandeling bij angststoornissen. Dit is op een wat vreemde plaats in het boek: het zou gepaster zijn geweest wanneer de combinatiebehandeling in deel twee bij de specifieke stoornissen gevoegd zou zijn.
In het tweede deel van dit tekstboek komen de diverse angststoornissen in aparte hoofdstukken aan bod volgens een vaste volgorde: fenomenologie, pathogenese, farmacotherapie en psychotherapie. Sommige auteurs behandelen de onderwerpen zeer uitgebreid en geven een overzicht van alles wat er tot aan 2000 bekend is, anderen doen dit veel beknopter. Sommigen gaan wel wat erg kort door de bocht en missen daardoor een aantal belangrijke en essentiële onderzoeken en theorieën. Zo zijn bijvoorbeeld de hoofdstukken over de sociale angststoornis en de obsessievecompulsieve stoornis redelijk compleet, terwijl dat over paniekstoornis duidelijk tekortschiet. Dit tekstboek zou erbij gewonnen hebben wanneer in deze hoofdstukken eenzelfde vorm gebruikt zou zijn (bijvoorbeeld bij het behandelen van de farmacotherapie naast een overzicht van het onderzoek ook een beslisboom aanbieden over de diverse behandelstappen).
In het derde deel wordt aandacht besteed aan angststoornissen bij kinderen en adolescenten, en bij ouderen. Vooral voor de laatste groep bestaat er de laatste jaren toenemende belangstelling, mogelijk mede gezien de veroudering van de bevolking, betere herkenning, en ook erkenning van adequate behandelingsmogelijkheden. Twee korte hoofdstukken zijn gewijd aan angst in de context van middelengebruik en angst in medische settings. In dit laatste deel is ook plaats voor transculturele, sociale en economische aspecten van de angststoornissen. Dit gaat natuurlijk over de Amerikaanse situatie, maar de Nederlandse situaties zullen niet heel verschillend zijn.
Dat de directe en indirecte kosten van angststoornissen zo groot zijn, zou de overheid ervan moeten overtuigen dat er meer geïnvesteerd moet worden in voorlichting, behandeling en patiëntondersteuning. Het laatste hoofdstuk is aan de consument gewijd: wat verwacht deze van zijn behandelaars, hoe kan informatie verbeterd worden, is vergoeding van behandeling mogelijk? Een belangrijke rol is hierin ook weggelegd voor de patiëntenorganisaties. In de vs is dit de Anxiety Disorders Association of America, vergelijkbaar met de Stichting Fobieclub Nederland. Een lijstje met nuttige internetbronnen ontbreekt niet. Een tekstboek staat of valt met een goede index. Die van dit tekstboek lijkt na enkele steekproeven adequaat te zijn. Is dit boek een aanrader? Volgens mij wel. Voor diegene die een overzicht wil hebben van de diverse angststoornissen en op zoek is naar een naslagwerk dat de stand van zaken tot en met 2000 weergeeft, is dit een adequaat tekstboek. Voor clinici (psychiaters/psychologen) die beknopte en praktische informatie zoeken met betrekking tot behandeling en richtlijnen zijn de hoofdstukken die over dit onderwerp gaan niet evenwichtig en helder genoeg. Hiervoor zijn bruikbaarder Nederlandstalige boeken beschikbaar. Onderzoekers op het terrein van angststoornissen zullen in dit tekstboek veel van hun gading vinden. Bij specifieke interesse in een specifiek onderdeel of specifieke stoornis zal men dit tekstboek waarschijnlijk willen aanvullen met een handboek waarvan er diverse beschikbaar zijn. De prijs van dit tekstboek is zeker niet te hoog, zelfs niet voor een assistentenbudget!
I.M. van Vliet