Kleine psychopathologie (Hans Geluk, Nederlandse bewerking)
De uitgever van dit boek kondigt een beknopte, maar complete, toegankelijke en praktische inleiding aan in de leer van de psychische stoornissen, in twee delen. Enerzijds verwachten we dan een beschrijving van centrale thema's met betrekking tot elke stoornis (van definitie tot behandeling), anderzijds een op de dsm-iv gebaseerde classificatie van verschijnselen. Tot mijn verbazing trof ik echter een heel ander boek aan.
Het eerste deel is een overzicht van de geschiedenis die ons begrippenkader over pathologie heeft doorgemaakt en een bespreking van de hele waaier aan therapeutische denkrichtingen die we kunnen onderscheiden. Meer recente of up-to-date ontwikkelingen binnen de stromingen komen echter niet aan bod. In een summier hoofdstukje wordt het stellen van een (dsm- of icd-)diagnose toegelicht, wat resulteert in een erg oppervlakkige kijk op diagnostiek. Onder het kopje 'juridische en forensische problemen op het terrein van de klinische psychologie' wordt naast daderprofielen en de gedwongen opname eigenaardig genoeg ook een bladzijde aan gezondheidspsychologie gewijd.
Door het ontbreken van een duidelijk concept voor dit boek is een en ander toch wel erg ongeïntegreerd. Het grootste deel van dit werk is een selectie van stoornissen die de revue passeren in de lijn van de dsm-iv, voorzien van gevalsbeschrijvingen. Het theoretische aanbod van dit boek gaat volgens mij telkens wat gebukt onder de prozaïsche vertelstijl en door de té grote aspiratie van de auteur blijft alles noodgedwongen aan de oppervlakte. Het geheel blijft wat steken bij een allegaartje van terminologie en de verwijzing naar een (eveneens vrij zwakke) verklarende woordenlijst. Als de auteur het over de persoonlijkheidsstoornissen heeft, gaat hij over één nacht ijs door erg slordig om te springen met de variatie aan onderliggende dynamieken. De typeringen die hij aanbrengt, zijn op zich mooi, maar ook erg anekdotisch en dit terwijl ze erg deterministisch en docerend worden geschetst. Bovendien laat de auteur, naast slordigheden, ook soms steken vallen op inhoudelijk vlak, zoals wanneer hij schrijft dat de schizoaffectieve stoornis gediagnosticeerd wordt als in een acute fase de psychotische diagnose bemoeilijkt wordt door affectieve symptomen (p. 155).
In tegenstelling tot wat gesuggereerd wordt, lijkt dit boek me dus géén goed alternatief voor 'de dikke en dure handboeken psychopathologie'. Als kennismaking kan het volstaan, maar binnen het professionele vakgebied van de psychische hulpverlener valt het mager uit. Ook meer technisch gezien: er is van bronnenvermelding géén sprake en enkele internetverwijzingen zijn een pover alternatief.
S. Vertommen