The Creation of Psychopharmacology
De introductie van chloorpromazine in de psychiatrie kan gezien worden als het begin van de huidige psychofarmacologie. In dit boek beschrijft David Healy het krachtenspel tussen geneesmiddelen, psychiatrie en maatschappij.
De auteur beschrijft de opkomst van de asylums met een psychiatrie die zich bezighoudt met delieren en psychosen. Men beschikte over barbituraten, ect en psychochirurgie. Halverwege de vorige eeuw werd chloorpromazine, oorspronkelijk een anaestheticum, voor het eerst ingezet bij manieën. Al snel werd het middel wegens zijn kalmerende 'neuroleptische' werking aan grote groepen patiënten gegeven. Psychotische patiënten reageren met een soort awakening. Het antipsychotische effect van chloorpromazine was daarmee - min of meer bij toeval - ontdekt. Het middel bracht orde in de chaos. Een orde die eind zestiger jaren echter alweer werd gezien als chemisch dwangbuiseffect. De eis van de registratieautoriteiten dat nieuwe middelen effectief moeten zijn voor één omschreven ziektebeeld, heeft volgens de auteur verstrekkende gevolgen gehad voor de psychiatrie. Het betekent de omslag van dimensionaal denken naar categoriaal denken, met de dsm-iii als belangrijk markeringspunt.
In de volgende hoofdstukken worden de dopaminehypothese, de ontdekking van receptoren en de komst van de nieuwe antidepressiva en antipsychotica uitvoerig beschreven. In de laatste hoofdstukken laat de auteur zien hoe een snel terugtrekkende overheid het geneesmiddelenonderzoek geheel overlaat aan de farmaceutische industrieën. Psychiatrische kennis komt hierdoor steeds meer te liggen bij die industrieën en macht steeds meer bij de zorgverzekeraars. Healy betoogt dat randomized controlled trials vooral bedoeld zijn als registratieonderzoeken. Ze zijn nadrukkelijk niet ontworpen om te kunnen oordelen algemene psychiatrie 382 tijdschrift voor psychiatrie 45 (2003) 7 over andere, non-farmacotherapeutische interventies. Hij waarschuwt daarmee voor het ontstaan van een evidence-biased psychiatrie.
De huidige geneeskunde houdt zich steeds meer bezig met preventie van risicofactoren (hoge bloeddruk, cholesterol) en lifestyleproblemen (impotentie, obesitas, en cognitieverbetering). Maar Healy laat zien dat wij nog ver af zijn van de magic bullets: stoffen die met een hoge specificiteit en selectiviteit hun doel bereiken. Neuroimaging, genetica en dimensionaal denken moeten volgens de auteur nieuwe inzichten geven. De vraag is nu niet meer wat het beste middel is, maar welk middel bij welke patiënt het beste resultaat geeft.
Hoewel het boek misschien nogal wat anekdotes bevat, leest het vlot en verschaft het de lezer veel informatie, met een goede index en literatuuropgave. Het is een aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de huidige antipsychotica en antidepressiva en die zich afvraagt hoe het verder moet.
R. Bruggeman