Medicatiegebruik voor maagklachten bij patiënten, opgenomen op afdelingen voor
langdurig verblijf in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis
Van een groep van 430 patiënten, opgenomen op de afdelingen voor langdurig verblijf van een algemeen psychiatrisch ziekenhuis, gebruikten er 115 (27%) medicatie voor klachten en/of aandoeningen van oesofagus en maag. Diegenen die deze medicatie gebruikten, waren gemiddeld jonger dan hun afdelingsgenoten. De dossiers van deze 115 patiënten werden onderzocht op de gestelde diagnose en het in het verleden verricht aanvullend diagnostisch onderzoek. Aspecifieke maagklachten en refluxoesofagitis waren de meest gestelde diagnoses.
Refluxoesofagitis en aan gastro-oesofageale reflux gerelateerde diagnoses en/of klachten kwamen voor bij 61 patiënten (14%). Bij 28 patiënten (6.5%) was er sprake van een endoscopisch of röntgenologisch bewezen refluxoesofagitis. Aspecifieke maagklachten kwamen bij 31 patiënten (7.2%) voor. Bij 26 van de 115 patiënten bestond een indicatie voor onderzoek naar Helicobacter pylori vanwege chronisch gebruik van protonpompremmers of een aan Helicobacter pylori gerelateerde aandoening. De klinische betekenis van het frequente gebruik van medicatie voor klachten en/of aandoeningen van het bovenste deel van de tractus digestivus wordt besproken.