Openheid over de hiv-infectie, 'coming out' voor de homoseksuele oriëntatie en persoonlijkheidspathologie
achtergrond In de praktijk blijken sommige homoseksuele hiv-seropositieve patiënten belangrijke anderen nog nooit te hebben geïnformeerd over hun seksuele oriëntatie of hun hiv-infectie.
doel In dit onderzoek is onderzocht of persoonlijkheidspathologie en een gecompliceerde 'coming out' voor de seksuele oriëntatie geassocieerd zijn met het niet-informeren van belangrijke anderen over de hiv-infectie, resulterend in geringere sociale steun en meer psychopathologie.
methode Mannelijke hiv-patiënten van een polikliniek Infectieziekten werden geïnterviewd over de 'coming out' voor de seksuele oriëntatie en de openheid over de hiv-infectie. Daarnaast vulden de patiënten een aantal vragenlijsten in, waarmee persoonlijkheidspathologie, sociale steun en psychiatrische symptomatologie werden vastgelegd.
resultaten Vijfentwintig van de 41 patiënten bleken een persoonlijkheidsstoornis te hebben. Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis hadden vaker een gecompliceerd 'coming out'- proces doorgemaakt en de seksualiteit van deze patiënten was na de positieve hiv-test vaker gecompromitteerd. Persoonlijkheidspathologie noch de mate van 'coming out' waren voorspellend voor de mate van openheid over de hiv-infectie. Geslotenheid over de hiv-infectie was niet geassocieerd met sociale steun of met psychiatrische pathologie.
conclusies De negatieve bevindingen contrasteren met die in de literatuur en zijn mogelijk de weerspiegeling van een relatief liberaal klimaat in Nederland betreffende de seksualiteit.