Aantallen en patronen van inbewaringstellingen en rechterlijke machtigingen in Maastricht, Groningen en Rotterdam. Bijdrage van stedelijke problematiek aan regionale verschillen in Bopz-maatregelen
achtergrond In Nederland is nog weinig onderzoek gedaan naar regionale verschillen in de toepassing van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet Bopz).
doel Beschrijven van regionale verschillen in aantallen, combinaties en kenmerken van inbewaringstellingen (ibs'en) en rechterlijke machtigingen (rm's).
methode Gegevens uit het Bopz-informatiesysteem over een periode van 12 maanden werden verwerkt. Ontbrekende gegevens werden aangevuld door de rechtbanken in Maastricht, Groningen en Rotterdam.
resultaten Regio's verschilden in de toepassing van dwangmaatregelen, vooral waar het gaat om de ibs. Het relatieve aantal Bopz-maatregelen nam toe met de mate van verstedelijking. Rotterdam had het hoogste ibs-percentage. In Maastricht en Groningen kregen patiƫnten vaker te maken met alleen rm. In Rotterdam kwam een niet-aaneensluitende combinatie van ibs en rm meer voor. In Maastricht ging het vaker om gevaar voor de patiƫnt zelf, in Groningen en Rotterdam ook om gevaar voor de openbare orde.
conclusie De omvang en de diversiteit van de Bopz-problematiek zijn het grootst in stedelijke gebieden. Regionale variaties in de toepassing van de Wet Bopz blijven bestaan, maar het monitoren van de invloed van verschillen in de interpretatie van de regelgeving en in het aanbod van voorzieningen kan beter.