Drop-out na gedwongen opname - hoe groot is het probleem?
achtergrond Het is niet bekend of patiënten na opname met een rechterlijke machtiging (rm) nazorg ontvangen en welke kwaliteit deze nazorg heeft.
doel Inzicht krijgen in de mate van drop-out en de kwaliteit van nazorg.
methode Alle patiënten in de regio Rotterdam-Rijnmond die in de periode 1 oktober-31 december 2004 minimaal 1 dag opgenomen waren met een rm werden geïncludeerd. Door retrospectief dossieronderzoek werd vastgesteld of drop-out optrad en wat de kwaliteit van nazorg was. resultaten Er werden 214 patiënten geïncludeerd. Bij 33 patiënten (15,4%) was er sprake van drop-out. Vóór ontslag kreeg de drop-outgroep minder vaak een ambulante afspraak mee en deze groep wachtte langer op het eerste ambulante contact dan de groep zonder drop-out. Dossiervorming was bij de drop-outgroep minder nauwkeurig en er werd minder samengewerkt tussen ambulante en klinische behandelaren.
conclusie De kwaliteit van nazorg kan verbeterd worden als ambulante en klinische behandelaren intensiever gaan samenwerken bij het opstellen van voorwaarden voor ontslag en bij de overdracht van klinische naar ambulante zorg. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit een gunstige invloed heeft op het drop-outpercentage.