Genomics en psychiatrie: geen gemakkelijk huwelijk
achtergrond Onderzoek naar de samenstelling en werking van het genoom ('genomics') kan leiden tot nieuwe inzichten over ontstaan, beloop en behandeling van psychiatrische stoornissen. Ondanks epidemiologisch bewijs voor betrokkenheid van genetische factoren bij psychiatrische stoornissen zijn nog geen specifieke genen geïdentificeerd.
doel Het geven van een overzicht van verschillende methodologische beperkingen bij de huidige genetische onderzoeksmethoden, die leiden tot tegenstrijdige bevindingen, en de mogelijke verbeteringen hiervan. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van onderzoek naar de relatie tussen polymorfismen in het serotoninetransporteiwitgen en stemmingsstoornissen.
methode Een beperkte raadpleging van de literatuur werd uitgevoerd met behulp van Medline (1966-mei 2001) met als trefwoorden '5-HTTLPR, 'polymorphism' en 'mood disorder'.
resultaten Zowel positieve als negatieve associaties werden beschreven tussen een bepaald polymorfisme (5-HTTLPR: de promotorregio van het serotoninetransporteiwitgen) en stemmingsstoornissen. Bij deze onderzoeken konden diverse methodologische problemen worden aangetroffen.
conclusie Om de diverse methodologische beperkingen te overwinnen is, naast nieuwe moleculair-biologische onderzoeksmethoden, aanpassing van de psychiatrische diagnostiek vereist. Het specifieker beschrijven van kernsymptomen, klinische karakteristieken en zogenaamde endofenotypen kan leiden tot de identificatie van homogenere subtypen van psychiatrische stoornissen, waardoor deze geschikter zijn voor genetisch onderzoek. Meer genetisch inzicht in de etiologie van psychiatrische stoornissen en de werkingsmechanismen van psychofarmaca kan leiden tot verbeterde behandelingsstrategieën en preventie.