Juryrapport publicatieprijs artsen in opleiding tot psychiater 2022-2023
De redactie van het Tijdschrift voor Psychiatrie wil graag Nederlandse artsen in opleiding tot psychiater (aiossen) en Vlaamse arts-specialisten in opleiding (ASO’s) stimuleren om (ook) Nederlandstalig te publiceren. In de redactie van het Tijdschrift zitten structureel één of twee aios/ASO-redacteuren (gepromoveerd of met promotieonderzoek bezig). De redactie hoopt uit te stralen dat publiceren ook kan als je minder ervaring hebt met het schrijven van een artikel. De jaarlijkse publicatieprijs voor aiossen/ASO’s draagt bij aan de bekendheid van deze optie en zet een drietal aiossen/aso’s nog extra in het zonnetje.
Drie prijzen
Dit jaar zijn er – net als vorig jaar – drie gelijke prijzen van ieder € 750 voor de categorieën:
– klinisch belang;
– wetenschappelijke kwaliteit;
– originaliteit en taal.
Een artikel kan hierbij slechts in één categorie een prijs winnen. De prijzen werden op 10 april 2024 uitgereikt op het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
Jury en werkwijze
De jury bestond dit jaar uit twee leden van de redactie van het Tijdschrift voor Psychiatrie, één lid van het bestuur van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie en twee leden van de Commissie Wetenschappelijke Activiteiten van de NVvP.
Artikelen die in overweging werden genomen, waren gepubliceerd in de periode september 2022-augustus 2023. Dit jaar maakten 24 artikelen kans: 13 met een eerste auteur uit Vlaanderen en 11 met een eerste auteur uit Nederland. In totaal waren dit 8 onderzoeksartikelen, 8 overzichtsartikelen (inclusief proefschriftartikelen) en 8 bijdragen in de rubriek Klinische praktijk (zie tabel 1).
De juryleden beoordeelden de artikelen op vier items: wetenschappelijke kwaliteit, klinisch belang, theoretische onderbouwing, en originaliteit en taal. Bij ieder item kon een artikel 0, 1, 2 of 3 punten verdienen. De totaalscore per item werd berekend en deze werd vervolgens bediscussieerd totdat consensus bereikt was over de winnaar per categorie.
Tabel 1. Aantal publicaties met een aios/ASO uit Nederland en België als eerste auteur van september 2022 tot en met augustus 2023
Categorie |
Nederland |
België |
Totaal |
Onderzoeksartikel |
5 |
3 |
8 |
Overzichtsartikel (incl. proefschriftartikelen) |
2 |
6 |
8 |
Klinische praktijk |
10 |
4 |
6 |
Wat viel op?
Net als vorig jaar benadrukten de auteurs van alle geselecteerde artikelen het klinisch belang. Dit jaar viel de diversiteit aan onderwerpen an sich op, wat blijkt uit titels als: ‘Als ik met jou over discriminatie praat, voel ik me niet zo klein’ en: ‘Barrières in de ggz voor asielzoekers in hoge-inkomenslanden’. Ook genderverschillen werden beschreven. Met een bijzondere vermelding voor Janna de Boer, die maar liefst drie artikelen publiceerde, waaronder ‘Antipsychotica voor vrouwen: overzicht van de literatuur en praktijkadviezen’. Lees deze artikelen van aankomende psychiaters die enthousiast in de pen klimmen, en zie hoe veelbelovend dit is voor wat er nog meer gaat komen in aankomende jaren. Voor de aiossen en ASO’s die deze rubriek lezen, hebben we namens de Tijdschriftredactie echt een boodschap: verwonder je over ons vak, durf te vragen, te onderzoeken en het op te schrijven. Wij zitten klaar om de artikelen te ontvangen, en de redactie en reviewers zijn er om de boodschap aan te helpen scherpen. Schrijf!
Prijs voor klinisch belang
In de categorie klinisch belang gaat de prijs naar Sanne Kloosterboer voor het proefschriftartikel ‘Naar veiliger antipsychoticagebruik bij jongeren: bloedspiegelbepalingen met vingerprik’.1 Kloosterboer was destijds niet alleen aios psychiatrie, maar ook klinisch farmacoloog, verbonden aan de afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie/psychologie van het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis.
In dit artikel beschrijven de auteurs een innovatieve methode, toegepast bij kinderen en jongeren: de dried blood spot(DBS)-methode ter bepaling van antipsychoticaspiegels. Met één enkele druppel bloed, verkregen met een vingerprik die de patiënt zelf of een naaste kan uitvoeren in de thuissituatie kan de medicatiespiegel bepaald worden. Hierdoor kunnen betrokkenen een bloedspiegelbepaling als een stuk minder spannend en ingrijpend ervaren en zal deze dus in de praktijk ook beter uitvoerbaar zijn bij kinderen en adolescenten. Dit proefschriftartikel heeft onder andere aangetoond dat er een relatie bestaat tussen de bloedspiegels, bijwerkingen en effectiviteit van antipsychotica bij jongeren.
Zo is het voor bijvoorbeeld risperidon, een vaak voorgeschreven middel bij autismespectrumstoornis en gedragsproblematiek, mogelijk om een venster te creëren met een optimale balans tussen effectiviteit en bijwerkingen.
De auteurs beschrijven op een zeer gedegen wijze hun onderzoek met als doel een in de kinder- en jeugdpsychiatrie klinisch bijzonder relevant probleem aan te pakken. Dit onderzoek laat zien dat een vingerprik het potentieel mogelijk maakt om een juiste balans te vinden tussen werking en bijwerkingen en daarmee behandeluitkomsten te verbeteren.
Prijs voor wetenschappelijke kwaliteit
De prijs voor wetenschappelijke kwaliteit gaat naar Bjorn Tuytens, destijds arts in opleiding tot psychiater bij het Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute (CAPRI), faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Universiteit Antwerpen, voor het artikel ‘Vormt ECT een risico op een recidief van cerebrovasculair accident?’.2
Tuytens en collega’s hebben in dit overzichtsartikel gedegen literatuuronderzoek gedaan. ECT wordt in het algemeen beschouwd als een veilige behandeling met een lage mortaliteit. In retrospectief onderzoek wordt echter gesuggereerd dat ECT een verhoogd risico zou kunnen geven op een CVA. Al in de inleiding weerleggen auteurs dit voor patiënten zonder voorgeschiedenis van een CVA, maar, zo vragen zij zich af: geldt dit ook voor patiënten mét een voorgeschiedenis van een CVA?
De secure uitwerking van deze vraag viel de jury op, en tevens de heldere conclusie: ‘Op basis van de beschikbare evidentie kunnen we voorzichtig besluiten dat er geen verhoogd risico is op een recidief-CVA tijdens en in de periode na een behandeling met ECT, mits men zorgt voor een grondige neurologische en cardiovasculaire diagnostiek en monitoring.’
Ook al gaat het klinisch om een beperkte groep, de grondige aanpak van de auteurs, die een uitgebreide literatuursearch hebben gedaan, de gevonden literatuur kritisch hebben beschouwd en verder hebben uitgewerkt vanuit een klinisch perspectief, maakt dat de jury vindt dat dit artikel de wetenschappelijke kwaliteitsprijs zeer verdiend heeft.
Prijs voor taal en originaliteit
In de categorie taal en originaliteit gaat de prijs dit jaar naar Maarten Besjes, tijdens het onderzoek aios bij Pro Persona in Nijmegen, voor het artikel ‘Euthanasie in de ggz: kwalitatief onderzoek naar de mening van psychiaters’.3
In het artikel hebben de twee auteurs de moed gehad om dit precaire onderwerp op te pakken, wetenschappelijk te onderbouwen, en de bevindingen helder en pakkend op te schrijven.
De auteurs houden met deze kwalitatieve studie een belangrijke spiegel voor aan de psychiaters als beroepsgroep, en ze maken duidelijk dat er een pijnlijk implementatieprobleem is van de richtlijn. Want wat speelt er? In de herziene richtlijn van de beroepsgroep acht men het doorlopen van fases van een euthanasieverzoek door de eigen psychiater wenselijk, maar psychiaters lijken minder bereid deze euthanasie uit te voeren. Auteurs vragen zich af wat dat betekent, en welke beweegreden psychiaters daarvoor hebben. Uit het artikel blijkt dat de – vaak langdurige – betrokkenheid bij de patiënt op zijn minst ambivalentie oproept bij de psychiater, en ethische dilemma’s, vaker dan mogelijk gewenst door patiënt resulterend in een nee. Er heerst, zo concluderen de auteurs, bij psychiaters in de ggz een gevoel van onbekwaamheid, onbekendheid en onervarenheid rondom euthanasie, sterker dan eerder werd aangenomen.
Tijdens het juryoverleg bleek dat het artikel onszelf deed reflecteren, en direct de waarde van de boodschap toonde. Als jury zijn wij van mening dat dit artikel stimuleert tot reflectie, waarbij de manier van opschrijven en de vraagstelling hebben bijgedragen om dit boven water te krijgen. Vandaar deze welverdiende prijs.
Namens de jury feliciteren we alle winnaars van harte met hun prijs!
Literatuur
1 Kloosterboer SM, Koch PCB, Hillegers MHJ, e.a. Naar veiliger antipsychoticagebruik bij jongeren: bloedspiegelbepalingen met vingerprik. Tijdschr Psychiatr 2022; 64: 684-91.
2 Tuytens B, Goossens A, Yperzeele L, e.a. Vormt ECT een risico op een recidief van cerebrovasculair accident? Tijdschr Psychiatr 2023; 65: 430-6.
3 Besjes MJ, van de Vathorst S. Euthanasie in de ggz: kwalitatief onderzoek naar de mening van psychiaters. Tijdschr Psychiatr 2023; 65: 81-6.
Auteurs
Rianne Klaassen, kinder- en jeugdpsychiater en opleider, Levvel Amsterdam.
Chris Bervoets, psychiater, UPC KU Leuven, hoogleraar, faculteit Geneeskunde, onderzoeksgroep Psychiatrie, Neuropsychiatrie, KU Leuven, Leuven Brain Institute KU Leuven.
Philip van Eijndhoven, psychiater en opleider psychiatrie, Radboudumc Nijmegen.
Koen van Lith, kinder- en jeugdpsychiater, Parlan Jeugdzorg, Alkmaar.
Robbert Duvivier, psychiater, Parnassia Groep, Den Haag.
Correspondentie
Rianne Klaassen (r.klaassen@levvel.nl).
Geen strijdige belangen meegedeeld.
Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 5-3-2024.
Tijdschr Psychiatr. 2024;66(4):184-185