Klinische hypnose. Exploratie en inspiratie
Dit praktijkboek is bestemd voor lezers die vaardigheden in het gebruik van het ericksoniaanse therapiekader willen ontwikkelen of vervolmaken. Het kan verwijzers ook inzicht geven in wat zij van deze therapievorm mogen verwachten. Het boek telt zes delen: toelichting van de keuze voor hypnose, beschrijving, inductie- en verdiepingstechnieken, behandeltechnieken, ericksoniaanse principes en integratie van hypnose in psychotherapie. De auteur beperkt zich in het tweede, derde en vierde deel strikt tot beschrijvingen van hypnotische, sturende en suggestieve technieken en procedures. Noodzakelijke waarschuwingen over het soms contextafhankelijke nut ervan volgen pas in de laatste delen.
Wat betekent het dat de beschreven behandelprincipes geïnspireerd zijn door Milton Erickson?1 Het boek belicht een directiviteit die gericht is op al dan niet verborgen activering van de hulpvragende vanuit de overtuiging dat die persoon onder passende begeleiding in staat is de eigen waarnemings- en ervaringsvaardigheden dermate verder te ontwikkelen dat het probleem van aanmelding daardoor uiteindelijk gunstig beïnvloed of opgelost wordt. Individuele verschillen in hypnosevaardigheid lijken deze aanpak niet te hinderen.
De gemeenschappelijke kenmerken van spontaan optredende, onopvallend uitgelokte en formeel hypnotisch geïnduceerde vormen van mentale absorptie volstaan om, op voorwaarde van een constructieve alliantievorming, een geïndividualiseerd therapeutisch traject te ontwikkelen. Dat vergt van de therapeut een voortdurende beoordeling van persoonseigen details in de wijze van ontvankelijkheid en responsiviteit van de cliënt, dit met het oog op therapeutische benutting ervan. Of de hulpvragende zich daarbij bewust wordt van relaxatie-effecten of van al dan niet onmiskenbaar hypnotische aandachtsvernauwing is slechts relevant in de mate dat een dergelijk besef nuttige ontwikkelingen in diens waarnemings- en ervaringsvaardigheden ondersteunt.
Het is jammer dat de auteur haar geloofwaardig gebrachte praktijkervaring doorspekt met onkritische aanvaarding van dubieuze hypotheses over hersenfunctioneren, in casu betreffende de gedrags- en belevingsinvloeden van hemisferische asymmetrie, het effect van spiegelneuronen en de evolutie van het vagaal systeem bij de vertebraat Homo sapiens. Spectaculaire beweringen ontsnappen niet aan de noodzaak ze zorgvuldig in de complexiteit van het hersenfunctioneren in te bedden.2-5 De didactische uiteenzetting van Westlin en medeauteurs over basisinzichten in het cerebraal functioneren, die onmisbaar zijn om onderzoeksgegevens correct in de juiste context te plaatsen, is weliswaar bedoeld voor onderzoekers, maar geldt evenzeer voor iedereen die de verhouding wil beschrijven tussen het eigen werkterrein en de neurobiologie.6 Houdt men rekening met dit voorbehoud, dan is het boek een waardevolle inspiratiebron en praktijkgids.
literatuur
1 Haley J, red. Advanced techniques of hypnosis and therapy: selected papers of Milton H. Erickson, M.D. New York: Grune & Stratton, 1967.
2 Thiebaut de Schotten M, Beckmann CF. Asymmetry of brain structure and function: 40 years after Sperry’s Nobel Prize. Brain Struct Funct 2022; 227: 421-4.
3 Heyes C, Catmur C. What happened to mirror neurons? Perspect Psychol Sci 2022; 17: 153-68.
4 Neuhuber WL, Berthoud HR. Functional anatomy of the vagus system: How does the polyvagal theory comply? Biol Psychol 2022; 174: 108425.
5 Karemaker JM. The multibranched nerve: vagal function beyond heart rate variability. Biol Psychol 2022;172:108378.
6 Westlin C, Theriault JE, Katsumi Y, e.a. Improving the study of brain-behavior relationships by revisiting basic assumptions. Trends Cogn Sci 2023; 27: 246-57.
Luc Roelens, psychiater-psychotherapeut, Deurle