Prevalentie van veelvoorkomende psychische aandoeningen en trends
Waarom dit onderzoek?
Actuele informatie over prevalentie en trends van veelvoorkomende psychische aandoeningen is van belang voor het gezondheidsbeleid vanwege de hoge last die met deze aandoeningen gepaard gaat.
Onderzoeksvraag
Wat is de prevalentie van stemmings-, angst-, middelenstoornissen en ADHD in de volwassen Nederlandse bevolking op basis van de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3)? Verschilt de prevalentie tussen degenen die voor en tijdens de COVID-19-pandemie werden geïnterviewd? Wat is de samenhang tussen demografische kenmerken en het vóórkomen van deze aandoeningen? En wat zijn de trends tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3) van psychische aandoeningen?1
Hoe werd dit onderzocht?
In de eerste meting van NEMESIS-3, uitgevoerd van november 2019 tot en met maart 2022, werd een representatieve steekproef face-to-face geïnterviewd (6194 deelnemers; 1576 geïnterviewd voor en 4618 tijdens de COVID-19-pandemie; leeftijd: 18-75 jaar). Een enigszins aangepaste versie van het Composite International Diagnostic Interview (CIDI) 3.0 werd gebruikt om zowel DSM-IV- als DSM-5-diagnoses te bepalen. Trends in het vóórkomen van psychische aandoeningen werden onderzocht door deze prevalenties te vergelijken tussen NEMESIS-3 en NEMESIS-2 (6646 deelnemers; leeftijd: 18-64 jaar; geïnterviewd van november 2007 tot juli 2009).
Belangrijkste resultaten
De ‘ooit in het leven’- (of lifetime)-prevalentie van DSM-5-aandoeningen in NEMESIS-3 was 28,6% voor angststoornissen, 27,6% voor stemmingsstoornissen, 16,7% voor middelenstoornissen, en ADHD in de kindertijd kwam bij 3,6% voor. De 12-maandsprevalenties waren respectievelijk 15,2%, 9,8%, 7,1% en 3,2%. Ruim een kwart (26%) van de volwassen Nederlanders had in de afgelopen 12 maanden een psychische aandoening gehad (3,3 miljoen mensen). Dit percentage was gestegen: 12 jaar geleden was dit 1 op de 5 (18%). De stijging was ook significant voor de categorieën stemmingsstoornis en angststoornis, maar niet voor de categorie middelenstoornis.
De coronapandemie leek geen invloed te hebben op de toename van psychische aandoeningen: het aandeel volwassenen met een psychische aandoening tijdens de pandemie was gelijk aan het aandeel in het jaar vóór de pandemie. Daarnaast bleek uit vergelijking met eerder verzamelde data binnen NEMESIS-2 dat de stijging in het aandeel psychische aandoeningen al ver voor de COVID-19-pandemie was begonnen.
Vooral jongvolwassenen (< 35 jaar), alleenstaanden, werklozen en arbeidsongeschikten, praktisch geschoolden, mensen met een lager inkomen, en mensen die in een stad wonen hadden vaker een psychische aandoening.
Consequenties voor de toekomst
Het vóórkomen van psychische aandoeningen in de volwassen bevolking steeg in het afgelopen decennium, en die toename vond plaats vóór de COVID-19-pandemie. Dit betekent dat we ons blijvend moeten inzetten op preventie en behandeling van psychische problemen.
literatuur
1 Have M ten, Tuithof M, Dorsselaer S van, Schouten F, Luik AI, Graaf R de. Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID-19 pandemic. World Psychiatry 2023; 22: 275-85.
Auteurs
Margreet ten Have
E-mail: mhave@trimbos.nl
Meer informatie over de nieuwste resultaten van NEMESIS vindt u op https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/nemesis-rapport-home/