Leerboek elektroconvulsietherapie
Leerboek elektroconvulsietherapie
Bastiaan Verwey, Jeroen van Waarde (red.)
Amsterdam
Boom/de Tijdstroom, 2019
395 pagina’s
ISBN 978-90-244-3044-4
€ 67,95
Bijna 15 jaar na de eerste versie van het Nederlandstalige Handboek elektroconvulsietherapie (onder redactie van Van den Broek e.a.) verscheen de geheel herziene en geactualiseerde nieuwe versie, nu Leerboek elektroconvulsietherapie genoemd.
En om maar vast te verklappen: dit nieuwe boek is een aanwinst.
Elektroconvulsietherapie (ECT), in de volksmond ook wel elektroshocktherapie genoemd, is ontwikkeld in 1937 in Italië en wordt vanaf 1939 in Nederland toegepast. Het is daarmee een van de oudste nog steeds toegepaste ‘biologische’ behandelingsvormen in de psychiatrie.
Na minder gebruik in de periode van de ‘antipsychiatrie’ wordt ECT tegenwoordig in de meeste grote ggz-instellingen, een aantal algemene ziekenhuizen en alle academische ziekenhuizen uitgevoerd. ECT is, mits goed geïndiceerd, nog steeds een zeer effectieve en veilige therapie die in bepaalde situaties, zoals bij maligne katatonie of ernstige psychotische depressies, levensreddend kan zijn.
De ECT-psychiaters zijn verenigd in de Werkgroep ECT Nederland (WEN), een actieve groep die twee keer per jaar een bijeenkomst heeft. Daarnaast hebben de WEN-leden laagdrempelig e-mailcontact met de groep om problemen aan elkaar voor te leggen en een andere ECT-plek te zoeken als de eigen instelling een wachtlijst heeft.
Ook doet men gezamenlijk onderzoek en bewaakt de kwaliteit van de uitvoering van de behandeling. Naar het voorbeeld van WEN is er in België, onder de vleugels van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie (VVP), een sectie ECT, die ook twee keer per jaar bijeenkomt, met lezingen, casusbesprekingen en vaak een bezoek aan een ECT-unit.
Dat een update van de huidige kennis en stand van zaken nodig was, blijkt wel uit een verdubbeling van het aantal pagina’s van het boek dat nodig was om de diverse thema’s te
beschrijven. Er is veel nieuws te melden.
In het eerste deel worden de klinischwetenschappelijke aspecten van ECT beschreven zoals indicaties, de uitvoering en bijwerkingen en bespreken auteurs de vragen: welke metingen zijn nodig en wat is de vervolgbehandeling?
Het tweede deel richt zich op de basaal-wetenschappelijke aspecten zoals de neurofysiologie van de behandeling en verder gaan auteurs in op vragen zoals: wat doet de stroom in het brein, wat zijn de cognitieve effecten/bijwerkingen en de effecten op het hart, het hormoon- en het immuunsysteem?
In het laatste, derde deel van het boek behandelen de auteurs diverse maatschappelijke aspecten zoals ethische overwegingen en juridische kaders en organisatie van de zorg. Ook de geschiedenis van ECT, het patiëntenperspectief, voorlichting en gezamenlijke besluitvorming komen in dit deel aan de orde.
Zij illustreren en verhelderen een en ander met foto’s, tekeningen en schema’s, iets wat in de eerdere versie erg gemist werd. De auteurs uit Nederland en België weten waar ze het over hebben, vanuit hun dagelijkse praktijk, en de beide redacteuren hebben hun sporen op ECT-gebied verdiend.
Dit nieuwe Leerboek elektroconvulsietherapie is een mooie afspiegeling van de huidige stand van zaken wat betreft kennis en uitvoering van ECT in Nederland en België. Het is daarmee zeer geschikt als naslagwerk voor ECT-uitvoerders (psychiaters en andere betrokkenen zoals verpleegkundigen,
psychologen en anesthesiologen) alsook als leerboek voor artsen in opleiding tot specialist die de vaardigheid en de kunst van ECT-behandeling aan het leren zijn. Kortom (zoals al
onthuld aan het begin van deze recensie): niets dan lof voor dit nieuwe leerboek; van harte aanbevolen!
Irene van Vliet, (ECT-)psychiater, Leiden