Nulgraad van de psyche. Het binnen en buiten van het subject. Een structuralistische benadering in de psychiatrie
In wat de auteur aankondigt als zijn laatste boek wil hij een inventaris maken van indrukken die hij opgedaan heeft in 45 jaar werk als psychiater en psychoanalyticus. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze indrukken divers en rijk zijn, en dat we geen eenduidig betoog te lezen krijgen. Zoals de drie titels al doen vermoeden, is er niet één focus, maar gaat het meer om een bundeling van standpunten, inzichten en ervaringen die de auteur wil delen.
In de inleiding vermeldt hij dat het boek een schets wil zijn voor ‘een alternatief tegen de verregaande materialisering van de psychiatrie’. Hoewel ik een dergelijk alternatief niet meteen heb teruggevonden, leest het boek vooral als een doordacht en doorleefd advies om de complexiteit van de psyche niet te reduceren en verwonderd te blijven voor wat ons menselijk maakt, soms al te menselijk.
Het boek is opgebouwd uit 4 thematische delen. In het eerste deel bespreekt de auteur zijn kritiek op een reductionistische psychiatrie. In het tweede geeft hij zijn lezing van het structuralisme weer, met nadruk op het werk van Foucault en Lacan, en vervolgens introduceert hij het belang van het niets, dat verder in het boek een grote rol zal spelen. In het derde deel presenteert hij drie klinische casussen waarbij hij aanwijzingen ziet voor de rol van het niets bij psychiatrische aandoeningen, in het bijzonder bij de psychose.
Tot slot werkt hij in het vierde deel het alternatief uit dat hij voor ogen heeft, of geeft daar in elk geval een aanzet toe. In dit laatste deel komen bijzonder heldere uiteenzettingen over de rol van de taal, de castratie-separatie, en het omgaan met het niets in de filosofie en de creativiteit aan bod. Hoofdstuk 10 biedt zo een van de hoogtepunten van dit boek: filosofisch sterk, klinisch relevant en passend binnen het idee dat psychiatrie gebaat is bij breed en diepgaand denken.
In het algemeen leest het boek vlot, hoewel complexe thema’s aan bod komen. Het richt zich tot een breed publiek van hulpverleners in de ggz. Deze vlotheid gaat wel gepaard met het soms wat te anekdotisch omgaan met de auteurs naar wie verwezen wordt. De auteur schrijft nogal associatief, waardoor klinische ervaring en een diversiteit aan filosofische ideeën met elkaar verbonden worden. Er zitten enkele schoonheidsfoutjes in, waaronder herhalingen van paragrafen. Desondanks zet het vooral aan tot verder denken, en dat is waar de auteur vermoedelijk op had gehoopt.
Zeno Van Duppen, psychiater en filosoof, Leuven
Antwerpen, Garant, 2021
165 pagina’s,
ISBN 978-90-441-3839-9,
€ 21,90