Van wie is je leven?
De Oostenrijkse filosoof en cultuurwetenschapper Thomas Macho wil met dit boek een ‘cultuurwetenschappelijke suïcidologie’ verkennen. Het gaat bijgevolg niet om individuele motieven voor zelfdoding, evenmin over de mogelijkheden van preventie en interventie. Macho wil met dit boek een overzicht geven over de culturele betekenissen die aan zelfdoding worden verleend.
De moderne tijd is volgens Macho een tijd van culturele herwaardering van de zelfdoding. Hij beschrijft hierbij een chronologisch proces van ontheroïsering, ontmoralisering en ontcriminalisering, mede mogelijk gemaakt door een omvangrijke pathologisering. Vandaag de dag wordt ook deze pathologisering in twijfel getrokken, een tendens die volgens Macho zichtbaar wordt in de debatten rond bijvoorbeeld de liberalisering van hulp bij zelfdoding.
Volgens Macho is de eigen dood in de moderne tijd gepromoveerd tot een ‘zelftechniek’ (naar het begrip van Michel Foucault): ‘De eigen dood wordt een project dat ik zelf moet vormgeven en niet aan een of andere instantie of aan nabestaanden wil overlaten.’ In deze zelftechnieken zit meestal een soort ‘subjectsplijting’: het subject verschijnt als auteur en tegelijk als werk, als getuige en als waargenomene, als speler en als inzet van het spel, en als dader en als Macho gaat hierbij ook in op de invloed van de massamedia op de toegankelijkheid van zelftechnieken voor alle lagen van de bevolking.
Macho geeft binnen dit chronologisch relaas een goed gedocumenteerd overzicht van de gebieden waarop deze herwaardering zichtbaar is: religie, politiek, recht, literatuur, filosofie, beeldende kunst en film. Hij slaagt er bovendien in om bruggen te slaan tussen deze disciplines. Bijzonder boeiend is het hoofdstuk over zelfdoding in de kunsten waarbij hij veel tijd besteedt aan het werk van de Belgische filosofe Patricia De Martelaere rond de
van enige voorkennis bij de lezer, waardoor de leesbaarheid soms in het gedrang komt. Zo gaat hij in het hoofdstuk ‘Filosofie van de zelfdoding in de moderne tijd’ vrij uitvoerig in op het werk van Heidegger, een hoofdstuk waar men zonder de nodige voorkennis veel van de boodschap dreigt te missen. Ook Macho’s wijdlopige en breedsprakige schrijfstijl kan de lezer afschrikken.
Deze cultuurwetenschappelijke benadering blijft evenwel een frisse wind voor de psychiater (in opleiding), die meestal in aanraking komt met de suïcidologie als preventie- en interventiewetenschap. Dit boek biedt ons vooral de kans om een metaperspectief in te nemen en ons eigen handelen in een culturele context te plaatsen.
Katelijn De Queecker, arts in opleiding psychiater, Leuven
Utrecht, Ten Have, 2020
501 pagina’s,
ISBN 978-90-259-0763-1,
€ 34,99