Juryrapport Publicatieprijs artsen in opleiding tot psychiater 2021
Het Tijdschrift voor Psychiatrie is een door Nederlandse en Vlaamse psychiaters veel gelezen wetenschappelijk tijdschrift. Hoewel het internationale bereik door het gebruik van de Nederlandse taal natuurlijk klein is, is het bereik onder Nederlandstalige clinici groot. De redactie probeert zowel de wetenschappelijke kwaliteit van het tijdschrift hoog te houden als ook uitnodigend te zijn naar jonge onderzoekers. Dit laatste geldt expliciet ook voor aiossen (artsen in opleiding tot specialist; Nederland) en ASO’s (artsen-specialisten in opleiding; Vlaanderen) die een artikel indienen; voor sommigen hun eerste wetenschappelijke publicatie. De al jaren bestaande Publicatieprijs voor aiossen/ASO’s past in dit doel.
Jury en werkwijze
De jury bestond dit jaar uit twee leden van de Commissie Wetenschappelijke Activiteiten van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (Simona Karbouniaris en Max de Leeuw), één lid van het bestuur van de Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie (Maarten Van Den Bossche), en twee leden van de redactie van het Tijdschrift voor Psychiatrie (Thomas Pattyn en Mariken de Koning).
De juryleden beoordeelden de artikelen op vier items: wetenschappelijke kwaliteit, klinisch belang, theoretische onderbouwing, en originaliteit + taal. Bij ieder item kon een artikel 0, 1, 2 of 3 punten verdienen.
Omdat er dit jaar maar liefst 32 inzendingen waren, was het niet haalbaar om ieder artikel door ieder jurylid te laten beoordelen, zoals de afgelopen jaren het geval was. Daarom beoordeelde ieder jurylid in de eerste ronde 19 of 20 artikelen, zodanig dat alle artikelen door 3 van de 5 juryleden werden beoordeeld. Op grond van deze 3 beoordelingen stelden we een top tien samen die door de gehele jury werd beoordeeld.
Alle scores van de 5 juryleden werden opgeteld en hieruit kwam een totaalscore naar voren. Daarna volgde een juryberaad waarin we de artikelen uit de top tien bespraken. Op grond van de eindscore was er een duidelijke top drie, die niet meer aangepast werd in het juryberaad.
De afgelopen jaren waren er een eerste, tweede en derde prijs te verdienen. Naar de mening van de jury deed dit soms geen recht aan de kleine verschillen in kwaliteit binnen de top drie, en vooral niet aan de diversiteit binnen de top drie. Daarom besloten we dit jaar om drie gelijke prijzen toe te kennen van ieder 750 euro voor drie categorieën:
- wetenschappelijke kwaliteit;
- klinisch belang;
- originaliteit.
De top drie was tot stand gekomen op grond van de totaalscore, maar alle drie de artikelen hadden ook in één of meerdere van deze subcategorieën een (gedeelde) eerste plaats. Een artikel kon hierbij slechts in één categorie een prijs winnen. De prijzen werden uitgereikt op het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie van 11-13 mei 2022.
Kenmerken van de artikelen
In de periode van september 2020 tot en met augustus 2021 werden 32 artikelen gepubliceerd met een aios/ASO als eerste auteur. Voorgaande jaren fluctueerde dit aantal tussen de 15 en de 23 artikelen per jaar. Dit jaar waren het er dus opvallend veel, wat de jury toejuicht. We zullen de komende jaren zien of dit een trend is die doorzet. Nederlandse en Vlaamse auteurs schreven ieder ongeveer de helft van de artikelen (15 versus 17).
Het aantal artikelen per categorie en de verdeling hiervan over de Nederlandse en Vlaamse auteurs zijn te zien in tabel 1. De gevalsbeschrijvingen (rubriek Klinische praktijk; 14 in totaal) kwamen het meeste voor. Deze waren vooral afkomstig van Vlaamse auteurs. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat publicatie van een artikel een opleidingseis is voor Vlaamse ASO’s. Een gevalsbeschrijving is dan de populairste vorm.
De onderwerpen van de artikelen waren zeer divers. In de gevalsbeschrijvingen richtte men zich hoofdzakelijk op zeldzame aandoeningen of bijwerkingen of behandeling bij specifieke groepen (zwangeren of kinderen). De overige artikelen betroffen vaak biologische behandeling, maar ook diagnostische, epidemiologische en neurobiologische onderwerpen kwamen aan bod, evenals e-health. Er waren verder meerdere artikelen met een onderwerp gerelateerd aan de COVID-19-pandemie.
Bij de onderzoeksartikelen bestreken de onderzoekers qua methodologie eveneens een breed gebied: onder andere zagen we prospectief en retrospectief cohortonderzoek, epidemiologisch onderzoek, en een proof-of-concept-praktijkexperiment.
Prijs voor wetenschappelijke kwaliteit:
Koen Bolhuis
De prijs voor wetenschappelijke kwaliteit gaat naar het proefschriftartikel ‘Disruptieve gedragsproblemen op de kinderleeftijd: studies naar fenotypische heterogeniteit en neurobiologie in de Generation R Studie’, van Koen Bolhuis, aios bij Amsterdam UMC locatie AMC en tevens postdoctoraal onderzoeker in het Erasmus MC. Hij schreef dit proefschriftartikel in samenwerking met een van zijn promotoren, Henning Tiemeier (hoogleraar Psychiatrische epidemiologie, Erasmus MC en professor of Maternal and Child Health, Harvard University, Boston).
In dit proefschriftartikel vatten de auteurs op aansprekende wijze een aantal belangrijke bevindingen samen uit drie artikelen uit het proefschrift van de eerste auteur. Alle beschreven studies maakten onderdeel uit van de Generation R Studie, een prospectief bevolkingscohort met als voornaamste doel het identificeren van genetische en vroege omgevingsfactoren die van invloed zijn op gezondheid, ziekte en ontwikkeling van moeder en kind.
Het onderzoek van Bolhuis e.a. richtte zich op de fenotypische heterogeniteit van en neurobiologische risicofactoren voor disruptieve gedragsproblemen op de leeftijd van 6 en 10 jaar. Zij vonden geen empirische ondersteuning voor het ontstaan van afzonderlijke subgroepen van kinderen met specifieke patronen van disruptieve gedragsproblemen. Disruptieve gedragsproblemen zijn dus een complex en multidimensioneel fenotype, waarbij de huidige diagnostische classificaties voor diagnostisch en etiologisch onderzoek niet voldoen. Daarnaast vonden de auteurs relaties tussen onderliggende neurobiologische mechanismen en bepaalde dimensies van disruptieve gedragsproblemen. Zij beschrijven ook de noodzaak van verder therapeutisch onderzoek gericht op specifieke dimensies van disruptieve gedragsproblemen, zoals prikkelbaarheid.
De jury was onder de indruk van het hoge wetenschappelijke niveau van het verrichte onderzoek en de originaliteit. Daarnaast leggen de auteurs op heldere wijze complexe fenomenen en het (toekomstige) klinische belang van neurobiologisch-etiologisch onderzoek uit. Dat maakt dit artikel prettig leesbaar, ook voor niet-neurowetenschappers.
Prijs voor klinisch belang: Albert D’Hulst
In de categorie ‘klinisch belang’ gaat de prijs naar het onderzoeksartikel ‘Depressieve stoornis bij Belgische eerstejaarsstudenten: voorkomen, academische impact en zorggebruik’ van Albert D’Hulst, ASO aan de KU Leuven. Voor de namen van de tien coauteurs verwijzen wij naar het artikel.
In dit artikel beschrijven de auteurs een descriptieve epidemiologische studie naar het vóórkomen van een majeure depressieve episode (MDE), psychiatrische comorbiditeit, zorggebruik, en impact op academische prestaties, onder eerstejaarsstudenten aan de KU Leuven. De data zijn verzameld middels elektronisch vragenlijstonderzoek. De belangrijkste conclusies zijn dat een MDE onder eerstejaarsstudenten veel voorkomt (12-maandsprevalentie werd geschat op 13,6%) en sterk samenhangt met andere emotionele problemen, waaronder gegeneraliseerde angst, (hypo)manie en suïcidaliteit. Verder is een MDE geassocieerd met een verhoogde kans op het niet halen van het eerste studiejaar (OR 1,5-2,0). Tot slot zoeken studenten weinig hulp.
De jury prees het grote klinische belang van deze epidemiologische studie en de wetenschappelijke kwaliteit. De vroege volwassenheid is een kritieke periode voor het ontstaan van psychiatrische aandoeningen. Deze resultaten zijn van belang voor universiteiten, studiebegeleiders en beleidsmakers.
Daarnaast betreft het onderzoek met een grote dataset met helder beschreven analyses en vermelden de auteurs de beperkingen zorgvuldig.
Prijs voor originaliteit: Chris Verhagen
De prijs voor het origineelste onderzoek gaat naar het artikel ‘Agile ontwikkelen van een m-healthapp met jongeren in de ggz: een praktijkexperiment’ van Chris Verhagen, ten tijde van het schrijven van dit artikel aios bij de Parnassia Groep. Hij schreef dit artikel in samenwerking met Sjouk de Boer (psycholoog en senior onderzoeker bij De Fjord, Youz/Parnassia Groep), Sebastian Cardona Cano (psychiater bij FACT Youz, zorgmanager bij Youz en PsyQ Den Haag, en senior onderzoeker bij Parnassia Groep) en Robert Vermeiren (hoogleraar Kinder- en jeugdpsychiatrie, Youz/Parnassia Groep en Curium-LUMC).
De auteurs beschrijven een proof-of-conceptonderzoek waarbij met klinisch opgenomen jongeren een m-healthinterventie werd ontwikkeld, waarbij de jongeren direct invloed uitoefenden op de ontwikkelingsdoelen en -prioriteiten. Dit gebeurde volgens de agile methode, een algemeen begrip in de wereld van softwareontwikkeling. Agile ontwikkelen betekent onder andere dat er korte ontwikkelingscycli zijn, waarbij de eindgebruikers tussentijds feedback leveren op de uitgangspunten en deelproducten, en wensen aangeven voor verdere ontwikkeling. De auteurs beschrijven het ontwikkelproces van de app Constant Circles. Deze app is gericht op sociale steun en maakt het mogelijk voor patiënten om hun belangrijkste sociale steunpersonen op een visueel aantrekkelijke manier om zichzelf heen te zetten, en bemoedigende boodschappen van deze personen toe te voegen. De auteurs beschrijven de agile ontwikkelwerkwijze en de rol van de deelnemende jongeren in het proces. Het blijkt mogelijk om patiënten in de hoogspecialistische ggz nauw te betrekken in het ontwikkelingsproces van een m-healthapp door middel van de agilemethode.
De jury prees de originaliteit van deze studie en ook het klinische belang. Patiëntenparticipatie is niet meer weg te denken uit onderzoek en beleid, en deze studie toont aan dat dit ook bij ontwikkelprocessen, en in een klinische ggz-setting mogelijk en nuttig is. Ook is het artikel vlot geschreven en inspirerend om te lezen.
Tot besluit
De redactie van het Tijdschrift voor Psychiatrie was verheugd over de ruime keuze voor de jury uit artikelen van aiossen/ASO’s, en spreekt haar waardering uit voor de inzet van alle aiossen/ASO’s om een artikel te publiceren.
De redactie feliciteert de drie eerste auteurs met hun prijs, en ook hun medeauteurs en supervisoren en de afdelingen die meewerkten aan deze artikelen.
literatuur
Bolhuis K, Tiemeier H. Disruptieve gedragsproblemen op de kinderleeftijd: studies naar fenotypische heterogeniteit en neurobiologie in de Generation R Studie. Tijdschr Psychiatr 2020; 62: 1049-58.
D’Hulst A, Kiekens G, Auerbach RP e.a. Depressieve stoornis bij Belgische eerstejaarsstudenten: voorkomen, academische impact en zorggebruik. Tijdschr Psychiatr 2021; 63: 24-31.
Verhagen CD, de Boer SBB, Cardona Cano S e.a. Agile ontwikkelen van een m-healthapp met jongeren in de ggz: een praktijkexperiment. Tijdschr Psychiatr 2020; 62: 768-75.
Auteurs
auteur
Mariken B. de Koning, psychiater, Herstelondersteunende Vervolgklinieken, Mentrum, onderdeel van Arkin; senior onderzoeker, Arkin, Amsterdam.
Correspondentie
Dr. Mariken B. de Koning
(mariken.de.koning@mentrum.nl).
Geen strijdige belangen meegedeeld.