Verslagleggen in de ggz. Snel, helder en AVG-proof
Verslaglegging is misschien wel één van de belangrijkste onderdelen van ieder medisch consult. Nicole Baars en Eline Janssen zijn beiden neerlandica, en hebben zich gespecialiseerd tot schrijftrainer in de ggz. Samen schreven zij Verslagleggen in de ggz. Snel, helder en AVG-proof.
Na een inleidend hoofdstuk en een hoofdstuk over de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) geven zij adviezen om helder en overzichtelijk te schrijven. Zij adviseren bijvoorbeeld het gebruik van vooraf opgeschreven kernwoorden. In het tweede deel bespreken ze verschillende typen verslagen, zoals een intakeverslag en een behandelplan.
Het boek is wellicht nuttig voor sommige beroepsgroepen in de ggz, maar voor psychiaters en aiossen met enige ervaring biedt het weinig nieuws. De informele schrijfstijl met korte zinnen waarbij de lezer met ‘je’ wordt aangesproken, wekt hier en daar lichte irritatie op. Ook inhoudelijk leidt het streven naar duidelijkheid geregeld tot teveel simplisme. Het psychiatrisch onderzoek, toch een zeer belangrijk onderdeel van verslaglegging van de psychiater, wordt niet als zodanig benoemd of besproken.
In hoofdstuk 2 bespreken de auteurs aan welke AVG-eisen de verslaglegging moet voldoen. Helaas gaan ze slechts summier in op de complexe interactie met andere wetgeving, zoals de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet verplichte ggz. Relevante uitspraken van tuchtcolleges laten zij al helemaal buiten beschouwing. Met de juridische adviezen in dit boek zou ik dan ook zeer voorzichtig zijn en ik zou mij liever baseren op bijvoorbeeld de veel genuanceerdere KNMG-richtlijnen. De Wet verplichte ggz komt hier en daar slechts zijdelings aan bod.
Aan verslaglegging in het kader van civiel- en strafrechtelijke rapportages wordt al helemaal geen aandacht besteed. Een gemiste kans, want juist verslaglegging in het kader van verplichte zorg of in het kader van rapportages kan best een uitdaging zijn.
Sommige van de gegeven tips kunnen nuttig zijn, maar in het streven naar helder en duidelijk formuleren ligt geregeld het risico van een te simplistische benadering van complexe zaken op de loer.
Al met zullen de meeste psychiaters van dit boekje weinig nieuws leren, en bestaat hier en daar zelfs een risico op desinformatie. Wel kan dit boekje een zinvol hulpmiddel bij de begeleiding van anderen zijn, bijvoorbeeld in het geven van supervisie aan onervaren artsen in opleiding. Het lijkt het nuttigst bij het aansturen van teams. Sommige van de adviezen en tips kunnen helpen de kwaliteit van de verslaglegging te verbeteren in een team waar de psychiater verantwoordelijk voor is. Een bijlage gaat hier (helaas ook weer vrij kort) op in.
D. de Rooy, psychiater, jurist, Leiden