Neuropsychiatrisch herstel na COVID-19; een observationeel cohortonderzoek
Achtergrond Sinds eind 2019 staat de wereld in het teken van COVID-19. Nederlandse professionals maken zich zorgen over de psychische gevolgen van deze pandemie. Na een opname voor COVID-19 is er weinig aandacht voor psychische problemen.
Doel In kaart brengen van het natuurlijke, kortetermijnbeloop en de ernst van (neuro)psychiatrische klachten na ziekenhuisopname voor COVID-19. Aanbevelingen doen betreffende het psychiatrisch volgen van deze patiënten om zorg te optimaliseren.
Methode Met een observationeel cohortonderzoek werden tijdens twee follow-upcontactmomenten screeningsvragen en aanvullende vragenlijsten gebruikt om de cognitie (MoCA), affectieve klachten (HADS en IES) en het functioneren (WHODAS) in kaart te brengen.
Resultaten Ruim de helft van de 29 geïncludeerde patiënten toonde bij beide momenten (neuro)psychiatrische klachten. Twee weken na ontslag zagen we vooral klachten passend bij angst en depressie. Behoudens klachten passend bij het traumatisch ervaren van de COVID-19 leken deze een gunstig natuurlijk beloop te hebben. Een negatief tijdseffect zagen we voor klachten die pasten bij posttraumatische stressstoornis. Twee maanden na ontslag bleken beperkingen in het cognitief en het algehele functioneren de voornaamste klachten na COVID-19 te zijn.
Conclusie (Neuro)psychiatrische klachten na COVID-19 komen veel voor. Het natuurlijk beloop is gunstiger voor het herstel van de affectieve functies dan voor de cognitieve functies. We bevelen aan om patiënten met psychische klachten na COVID-19 specialistische follow-up te bieden.