Zorgverlening in tijden van corona: ervaringen van behandelaars met zorg-op-afstand
Achtergrond Vanwege de coronacrisis zijn de meeste behandelingen in de ggz voortgezet in de vorm van zorg-op-afstand, meestal met beeldbellen.
Doel Onder 605 zorgverleners van Arkin peilen wat zij vinden van zorg-op-afstand.
Methode Met een enquête bevroegen wij zorgverleners over hun ervaringen.
Resultaten Enthousiasme voor zorg op afstand vonden we vooral onder psychologen die werkten in de curatieve zorg; zij zagen vooral praktische voordelen voor de patiënt en voor de uitvoering van de zorg. Psychiaters en klinisch psychologen die zorg verleenden bij complexe en/of chronische problematiek waren kritischer; zij waarschuwden voor verschraling van de zorg en vreesden afname van werkplezier. Ook verpleegkundigen waren kritisch, met name zij die FACT- en bemoeizorg verleenden; hun patiënten beschikten vaak niet over de vereiste middelen of vaardigheden voor zorg-op-afstand.
Conclusie De beoordeling van zorg-op-afstand is waarschijnlijk negatief beïnvloed door de omstandigheden van de coronacrisis. Zorg-op-afstand werd vooral geleverd door niet optimaal getrainde medewerkers die hier plots toe over moesten gaan, die noodgedwongen vanuit huis werkten en informeel professioneel contact met collega’s misten. Toch is het oordeel genuanceerd en overwegend positief: het is niet voor iedereen geschikt of onder alle omstandigheden gepast, maar zorg-op-afstand wordt gezien als een nuttige aanvulling op het bestaande arsenaal aan behandelvormen of interventies.